[Joris Pietersz. Braak]
BRAAK (Joris Pietersz.) of Braeck was een der Kapiteinen, die met zijn schip onder het eskader van den Kommandeur Bankert was, toen deze in 1639 door den Admiraal Maarten Harpertsz. Tromp ontboden werd om de Spaansche vloot onder d'Oquendo bij Duins te helpen bevechten. Hij kon echter niet veel deel aan den strijd nemen, omdat zijn schip tot berging van het volk bestemd was. Verder werd hij gewoonlijk tegen de Duinkerkers gebruikt. Zoo bestreed hij in Augustus 1642 een Duinkerker van 20 stukken en 110 man veroverde hem na een scherp gevecht en bragt hem te Harlingen op.
Waarschijnlijk was wel een zoon van hem, die Braak of Braeck, aan wien in 1695 de linkerhand werd afgeschoten, bij het bombardement van St. Malo, waar bij als Kommandeur bevel bevoerde over een der Amsterdamsche bombardeerschepen.
Zie Commelijn, Leven en bedrijf van Frederik Hendrik, D. II. bl. 56, 60, 129; de Jonge, Nederl. Zeew., D. IV. St. II. bl. 16.