BOUWENS (Johan) ook wel verkeerdelijk Bouwensch gepeld, zoon van Mr. Gerard Bouwens, Burgemeester van Tiel, trad in de krijgsdienst en was in het jaar 1672 tot den rang van Kapitein opgeklommen. Hij bevond zich in dat jaar met 60 soldaten in het dorp Rumpt, toen de Graaf de Lorges aan het hoofd van acht vendelen Fransche Ruiterij, zonder tegenstand de Betuwe inrukte, alwaar zijne Krijgsknechten de Landlieden niet weinig mishandelden. Bouwens en de zijnen ontvingen deze vijandelijke overmagt zoo kloekmoedig, dat zij geheel op de vlugt werd geslagen, haren zwaar gekwetsten Bevelhebber met moeite medevoerende, maar eene som van zestig duizend gulden den overwinnaars achterlatende. Bouwens dezen buit in veiligheid willende brengen, raakte omtrent Leerdam in een tweede gevecht met 80 Fransche Dragonders. Ook dezen joeg hij op de vlugt; maar twee vijandelijke kogels troffen hem in den borst, of-
[pagina 1116]
[p. 1116]
schoon niet ter dood; en gedurende het gevecht, gingen de voerlieden door met den veroverden buit.
Zie Valkenier, 't Verwerd Europa, D. I. bl. 480; Montanus en Verwey, Leven van Willem III, D. I. bl. 207 en 208; Siegenbeek, Geschied. der Burgerw. in Nederl., bl. 108 en 109; Bosscha, Neêrl. Heldend. te Land, D. II. bl. 63, 65.
Auteursrechtvrij