Eenvoudig en opregt Berigt van 't geene door den Heer Joh. Coccejus, en die met hem gevoelen, aangaande den geestelijken Staat der Vaderen voor Christi komste, de natuur der tien Geboden en d'alomtegenwoordigheid Gods, geleerd word; mitsgaders eene klaare ontdekking van de verlegentheid en ontrouw der genen, die voorgeven bewesen te hebben dat de befaamde positien uit schriften van Coccejus en anderen te vinden zijn; tevens een noodsakelijk ondersoek na de oorsaken, waaruit die onrusten in Land en Kerk rijsen, opgestelt door Timotheus Delector. Amsterd. 1676. 4o.
Na 's mans overlijden werden zijne werken bijeenverzameld uitgegeven onder den titel:
Alle de Werken van G. Boudaan. Amst. 1693. 4o.
Er bestaan onderscheidene afbeeldselen van Boudaan als door Christiaan Hagen groot folio, door Johan Faber in 12o, door J. Waterloos 4o en 8o. Onder een daarvan maakte de vermaarde Johan d'Outrein, na zijnen dood dit bijschrift.
Dit 's 't beeld, en 't beeld maar, van Boudaan, wiens wijze mond
Wyskonstiglijk verklaard' het Oud en Nieuw Verbond,
Die Jesus toonde uit de Propheten, in zijn schets,
En hem ontzwagtelde uit de schaduwen des Wets,
Gansch Neêrland was verbaast en stond met opene ooren,
Om van die gladde tong de Christen' lessen t' hooren,
't Was voor Gods Kerk te vroeg, dat hem de dood quam vellen,
Zij doet aan Amsterdam een schaê, naauw om t' herstellen.
Boudaan liet bij zijne echtgenoote Maria Coymans vijf zonen en vier dochters na. Zijne zonen waren: Petrus Boudaan die volgt, Gualtherus Boudaan, ongehuwd overleden, Matthias Boudaan, die mede volgt, Balthazar Boudaan, Predikant te Middelburg, overleden den 7den Februarij 1729 en Joseph Boudaan, ongehuwd gestorven.
Het wapen van Boudaan bestaat in een schild van azuur met eenen keper van zilver, verzeld van drie vijfbladige bloempjes van goud; en chef een veld van goud, met drie meerlen van sabel.
Zie Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb., B. bl. 344; de la Rue, Gelett. Zeel., bl. 36-38; Vrolikhert, Vliss. Kerkh., bl. 162 en 163; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; van Abkoude en Arrenberg, Naamreg. van Nederd. Boeken; Renier, Nieuwe Verbet. Naaml. der Predik. te Vere, bl. 9, 42-44; Naaml. der Predik. te Amst., bl. 29; Schotel, Kerk. Dordr., D. II. bl. 32.