[Johan Volkertsz. Both]
BOTH (Johan Volkertsz.), zoon van den voorgaande, geboren te Utrecht, werd in 1610 Ontvanger der Staten van Utrecht, doch daar men in 1613 een te kort van 100,000 gulden in zijne kas ontdekte, werd hij op Hazenberg gevangen gezet; den 4den Maart 1614 ontslagen zijnde, vertrok hij den 30sten Mei als Onderkoopman, uit Texel naar Java, wat hij aldaar verrigt heeft vinden wij niet vermeld, evenmin als de tijd van zijn overlijden. Doch gedurende de reis derwaarts kortte Both zich de tijd met er eene berijmde beschrijving van te maken, welke nog in handschrift bestaat en ten titel voert:
Cort verhael, sangsgewijse gesteld, op de voys van den 6en Psalm, ofte schoon lief wilt mijn troost geven, van de principaelste plaetsen daer wij in 't vaeren naer Oost-Indiën gepasseert sijn, mitsgaders eenige dingen op deselfde voijagie geschiedt.
Zijne zinspreuk was: In lijden geduldich.
Zie Biogr. Woordenb. der Nederd. Dichters ten verv. op Witsen Geysbeek; Algem. Konst- en Letterbode 1846, D. I. bl. 356; Lauts, Johan Both Volkertz., in de Utr. Volks-Alman. 1850, bl. 54-64.