Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Jacobus Bosch]BOSCH (Jacobus), een fluweelwever te Leeuwarden, begaf zich in het jaar 1771 met der woon naar Kampen, alwaar hij in een hooggevorderden ouderdom moet overleden zijn. Het was een dweepzuchtig mensch, doch zeer ervaren in de schriften des Ouden en Nieuwen Verbonds, en bovendien onderwijzer in de Hebreeuwsche taal. Van hem is door den druk gemeen gemaakt: De Ware hope en verwagtinge Israëls, of de Triumpherende Waarheid, vertoond in eenige Samenspraken, gehouden op bijzondere tijden, tusschen den Geleerden Rabbi Hartog Leuwy, Leeraar der Jooden en den Koopman Jacobus Bosch; waar in niet alleen de gehele Joodsche en Christen Godtgeleertheid op een zeedige wijze word verdedigt, maar ook aan zeer veele duystere plaatsen veel ligt bijgezet, en daarom zeer nodig zo van Jooden als van Christenen gelezen te worden. Leeuwarden, 1747, 8o. Trouwhertige waarschuwing tegen het Doodelijk Banket, opgedist op een Doopsgezinde Schotel door Johannes Stinstra, berugt, verdagt en zoogenaamd Leeraar der Doopsgezinden tot Harlingen, onder den Naam van Waarschouwingen tegen de Geestdrijverij, aan alle Regtzinnige Doopsgezinden in Friesland en in andere Provinciën. Leeuw. 1751, groot 8o.Ga naar voetnoot(1) | |
[pagina 988]
| |
Harmonie der IV Euangelisten. Leeuw. 1765, 8o. Het licht ten tijde des daags, zijnde een onderwijzing in de Hebreeuwsche Taalkunst. Leeuw. 1770, 8o. Wegwijzer in het Boek van den Propheet Jeremias. Leeuw. 1770. De slang bij de vrouw in het midden van den Hof, onderzogt naar den oorspronkelijken text, en naar den meening van Mozes ontdekt. Leeuw. 1773, 8o. Nog schreef hij over de Ridders van Maltha; Brieven aan de Amsterdamsche Synagoge, enz.
Zie van Abkoude, Naamreg. van Nederd. Boeken, D. I. St. IV en V, van Abkoude en Arrenberg, Naamreg. van Nederl. Boeken; de Chalmot, Biogr. Woordenb., uit partikuliere berigten aangevuld. |
|