vervolgens te Harsens in Groningerland, en werd eindelijk Vicaris van St. Maartenskerk te Groningen en in 1582 Overste van de Fraterschool aldaar. Voor zijnen tijd moet hij een zeer geleerd man geweest zijn, die zich mede op de studie der Oudheden toelegde. Suffridus Petrus getuigt, dat Bornbergum hem groote diensten bewezen heeft, met het opzoeken en overzenden van allerhande oudheden.
Zie v(an) H(eussen) en v(an) R(hijn), Kerkel. Outh. der Vereen. Nederl., D. V. St. II. bl. 358; Delprat, over de Broederschap van G. Groote, bl. 118.