[Marinus Adriaansz. Booms]
BOOMS (Marinus Adriaansz.), een zoon van Adriaan Booms, geboren in de zeventiende eeuw te Driewegen, een dorp in Zuid-Beveland, was Schoenmaker van handwerk, en zette zich te Middelburg met der woon neder, alwaar hij het burgerregt bekwam, en zich tot Lidmaat bij de Gereformeerde Gemeente liet aannemen; doch vervolgens van onregtzinnigheid verdacht en bij den Kerkenraad aangeklaagd zijnde, werd hij bij vonnis daarvan, op den lsten Januarij 1714, als Lid van de Gemeente afgesneden, vervolgens werd hij door de Regering uit de stad en door de Staten uit de provincie Zeeland gebannen. Zonder dat zulks hem anders heeft kunnen baten, dan aan de geheele wereld te doen zien, dat hij niet zonder drift en partijdigheid door de Kerkeraads-broeders is behandeld, heeft hij ter zijner verdediging uitgegeven:
Apologie of Verantwoording; zijnde een waarachtig verhaal van de Proceduren der Consistorie van Middelburg, met alle de stukken, zoo beschuldigingen als antwoorden daartoe behoorende. 1714. 8o.
Sommigen meenen ook, ofschoon anderen het ontkennen, dat uit zijne pen mede gekomen is een naamloos geschrift ten titel voerende:
Brief van Theophilus, dienende tot Antwoord aan den Heer N.N. enz. 1713. 8o, hetwelk wederlegd is geworden door:
Wederantwoord op het Lasterschrift van een vermomt Vrygeest enz. door Carolus Tuinman, Predikant tot Middelburg. 1714. 8o.
Zie de la Rue, Gelett. Zeel., bl. 440; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Ypeij en Dermout, Geschied. der Nederl. Herv. Kerk, D. III. bl. 127, 128, 295.