[Gijsbert Boomkamp]
BOOMKAMP (Gijsbert), zoon van Cornelis Jansz. Boomkamp, die van 1699 tot aan zijn overlijden, den 14den Januarij 1739, Leeraar bij de Friesche Doopsgezinde gemeente te Alkmaar was, alwaar Gijsbert geboren werd. Zijn vader deed hem tot den Koophandel opleiden, doch alvorens te Amsterdam, bij Cornelis Pronk, onderwijs in de Teekenkunst genieten. Onder anderen zijn de afbeeldingen der tombe van Graaf Floris V in Eikelenbergs, Alkmaar en zijne Geschiedenissen van zijne hand. Hij was een zeer kundig man, die zich veel met Historische navorschingen bezig hield, en de uitkomst zijner onderzoekingen aan het publiek mededeelde. Jan Wagenaar, Pieter van der Schelling en Ds. Franc. Smits waren zijne vrienden. Van zijne hand heeft men:
Beschryving van den Dorpe Egmond aan Zee in deszelfs tegenwoordigen toestand. Amst. 1741. 4o met pl., van het welk in 1743 eene vermeerderde, maar ook veranderde druk verscheen, omdat de eerste aan den Heer van Wimmenum eenig ongenoegen had veroorzaakt.
Aanmerkingen over Alkmaars Stede-recht. Alkm. 1741. 4o, welke verschenen ten gevolge van eenige bedenkingen door Mr. Cornelis van Bynckershoek in diens quaestiones Juris publici gemaakt, die echter later verklaren moest onbekend te zijn geweest met de door Boomkamp aangehaalde stukken.
Alkmaer en deszelfs Geschiedenissen uit de nagelatene Papieren van Simon Eikelenberg en veele andere echte stukken en bescheiden. Rotterd. 1747. 4o met pl., het welk het vervolg of 2de deel uitmaakt van het hierboven vermelde werk van Simon van Eikelenberg. Het derde deel is door het overlijden van Boomkamp, hetwelk den 11den Junij 1755 plaats had, niet verschenen.
Voorts schreef deze laatste
Oorsprong en Gebeurtenissen der Batavieren, het welk niet is uitgegeven, maar in 4o Ms, met geteekende kaarten en platen, even als 100 door hem van 1720-1740 in 4o vervaardigde teekeningen met Oostindische inkt en kleuren, meest van Noord-Hollandsche gezigten, voorkomende op de auctie der Bibliotheken van den Hoogleeraar Johannes Clarisse en van den Rector Walrand Cornelis Lodewijk Clarisse, November 1847.