[Charles Marie Joseph du Bois]
BOIS (Charles Marie Joseph du), een zoon van François Reignier du Bois en van Françoise Josephine Gravin de Bus, geboren te Hilversum den 22sten December 1772, trad in dienst als Vrijwilliger bij het Regement Fransche Koninklijke Dragonders in 1788 en na de veldtogten van 1792-1795 te hebhen medegemaakt, verzocht hij zijn ontslag en trad in Hollandsche dienst als Onder-Luitenant bij het Regement zware kavallerie den 9den Julij 1795, maakte als Ridmeester den veldtogt in Noord-Holland in 1799 mede, en werd onder Koning Lodewijk eerst Luitenant-Kolonel en daarna Kolonel van het regement Garde te paard, hetwelk na de inlijving van ons Vaderland in het Fransche Keizerrijk, in Lansiers herschapen, den naam kreeg van Tweede Regement ligte ruiterij, Lansiers van de Keizerlijke Garde, en bij den aftogt uit Rusland, onder anderen tusschen Malo-Jaroslawetz en Borowsk veel koelbloedigheid aan den dag legde, maar na den overtogt van de Berezina allengs versmolt. Du Bois kwam evenwel in het vaderland terug en werd door Koning Willem, den 25 Februarij 1819, bevorderd tot Generaal-Majoor Bevelhebber van het toen opgerigt wordende regement lansiers. Den 21sten Julij 1822 werd hij gesteld op non-activiteit en hij overleed den 4den Julij 1829. Koning Lodewijk had hem in 1806 het Ridderkruis der Unie geschonken en Napoleon benoemde hem eerst tot Ridder daarna tot Officier van het Legioen van Eer en maakte hem Baron van het Keizerrijk. Door Lodewijk XVIII werd hij benoemd tot Ridder der Orde van St. Louis.