[Dirk Boing]
BOING (Dirk), geboren in 1748 te Amsterdam, was aldaar eerst Zilverkashouder, daarna Commissaris bij de honderdste en tweehonderdste Penningkamer. Hij heeft als ijverig voorstander van de in zijne leeftijd, gestichte Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, van welke hij ook eenigen tijd mede-hoofdbestuurder was, veel toegebragt tot verspreiding van hare weldadige bedoelingen vooral ook in zijne geboortestad. Van de Kweekschool voor schoolonderwijzers, door het Amsterdamsche eerste departement opgerigt, was hij Scholarch en hij werd bij de gemelde Maatschappij meer dan eens bekroond. Onder hare Prijsverhandelingen zijn van zijne hand:
Schets van den braven man in het gemeen burgerlijke lsven. 1789.
Pligten van handwerkslieden en dienstboden. 1791.
Brief aan de Schoolhouders in Nederland. 1791.
Schets van den voor- en nadeeligen iuvloed van het gedrag des Werkmans op den bloei en de welvaart der fabrijken, trafijken en handwerken. 1804.
Onder de Volksliedjes dier Maatschappij komen eenige van Boing voor, welke echter met tot de beste van den bundel behooren.
Ook ziet van hem afzonderlijk het licht
De Opwekking des Jongeling te Naïn, Zangstuk.
Boing overleed in zijne geboortestad, in het laatst van het jaar 1811 of in het begin van 1812.
Zie Nieuw Woordenb. der Nederl. Dichters ten vervolge op Witsen Geysbeek, uit partikuliere berigten aangevuld.