[Soeteman van Blyenburg]
BLYENBURG (Soeteman van), Schildknaap, zoon van Diederick van Blyenburg, woonde, met eene aanzienlijke waardigheid, den grooten slag bij, welke in 1304 tusschen Joan II Graaf van Henegouwen en Holland en Wijt van Dampière Graaf van Vlaanderen geleverd werd. Hij gedroeg zich bij die gelegenheid zoo dapper dat de Graaf van Holland besloot hem tot Ridder te slaan, maar 3 of 4 dagen voor de daartoe bepaalde tijd, kwam hij plotseling te overlijden, nalatende uit zijne huisvrouw Bertha van Moerdrecht, uit den huize van Kralingen: Cornelis van Blyenburg, die volgt en Adriaan van Blyenburg, schildknaap van den jongen Graaf Willem III.
Zijn wapen, hetwelk ook door zijne nakomelingen gevoerd is, bestond uit een gedeeld schild van keel en zilver, met twee rozen van zilver op het bovenstuk en eene halve ster met drie punten van keel op het onderstuk. Tot helmteeken een St. Michiel van zilver en ter wederzijden vastgehouden door twee vliegende arenden van goud, hebbende tot zinspreuk: Laetus Laeta spero (d.i. Vrolijk hoop ik op het blijde).
Zie Balen, Beschr. van Dord., bl. 990, van Leeuwen, Bat. Illustr., bl. 871; en vooral G.D. Schotel, Theodori Ryckii, Joh. Georgii Graevii, Nicolai Heinsii ad Adrianum Blyenburgum et Adriani Blyenburgii ad diversos epistolae ineditae etc. Hag. com. 1843, welk werk uitvoerige levensberigten bevat, van alle de hier vermelde Blyenburgen.