velerlei wetenschappen, daarbij ongemeen werkzaam. Hij bezat een door eerlijk karakter, was een getrouw vriend, stond een ieder gaarne met raad en daad bij, was een voorstander van ongelukkigen, en daarbij zeer liefdadig jegens den armen, in een woord, hij zou een allerbeminnelijkst karakter gehad hebben, ware het niet, dat hij ongemeen driftig van aard was geweest; als hij dacht verongelijkt te worden, viel hij op eene verregaande wijze uit, zonder in zijne oploopenheid, wien het ook mogt zijn, te ontzien, waardoor hij zich meermalen onaangename ontmoetingen heeft op den hals gehaald; dan dit gebrek werd door zijne edelmoedigheid gelenigd, en zijne vlaag van drift was niet over, of hij had daarvan deerlijk berouw; luisterde dan gaarne naar rede, en overtuigd zijnde ongelijk te hebben, schroomde hij niet zulks aan den beleedigden te belijden, en hem zelfs verschooning te vragen; voorts was hij in geenen deele haatdragend tegen hen, die hem verongelijkt hadden.
Zie de Chalmot, Biogr. Woordenb.; G. de Wall, de Clariss. Fris. Ictis, p. 315.