[Alexander de Bie]
BIE (Alexander de), ook Alexander Biaeus, werd in het begin van 1653 door Burgemeesteren van Amsterdam toegestaan, om, hoewel hij een ambteloos persoon was, voor niet in het Athenaeum openbare lessen in de Mathesis te geven, terwijl zij den Curatoren de magt gaven om te bepalen, of hij dit bij afwisseling nu in het Nederduitsch dan in het Latijn zou doen. Bij het geven dezer lessen uitstekende blijken van kunde hebbende gegeven, werd hem in 1614 door Burgemeesteren een geschenk voor de reeds bewezene diensten aangeboden en van toen af den titel van Hoogleeraar met een jaargeld toegekend. In 1659 werd, uit aanmerking van zijne verdiensten in het onderwijzen van jonge lieden, zijne wedde verhoogd en hij tegelijkertijd vermoedelijk tot gewoon Hoogleeraar benoemd, daar hij vroeger slechts buitengewoon zal geweest zijn. Later schijnt hij ook de Redeneerkunde, de Wijsbegeerte, de Sterrekunde en Zeevaartkunde te hebben onderwezen, zoo als hij nog in 1690 deed. Hij moet evenwel vóór 1700 overleden zijn.
Zie Commelin, Beschrijv. van Amsterd., bl. 648; van Lennep, Illustr. Amstel. Athen. Memor., pag. 121 et 122.