tot Doctor in de Godgeleerdheid werd bevorderd; vervolgens was hij Inquisiteur over het bisdom van Utrecht, en Superior of Opperste van het konvent der Predikheeren te Haarlem. Hij stierf in den bloei zijner jaren den 4den Augustus 1526.
Vincent, was een geslagen vijand van den zachtzinnigen Erasmus, die hij in een boekje, onder den verdichten naam van Taxander uitgegeven, op eene schandelijke wijze uitmaakt voor ongeleerd, uitzinnig en leugenachtig; Erasmus verdedigde zich op eene mannelijke wijze, van dezen vuigen laster in zijne Epistolae, Lib. XIX. Ep. 13, 90 et 113.
Beverwijck heeft ter perse bezorgd, en met eenige aanmerkingen verrijkt:
Opus Petri de Palude, Patriarchae Hierosol. in librum III et IV Sententiarum, Paris. 1514. in folio.
Men kan niet ontkennen, dat hij een kundig en geleerd man was; doch hij had een wrevelig en onverdraagzaam karakter, hetwelk inzonderheid uit zijn geschil met Erasmus ten duidelijkste blijkt.
Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; v(an) H(eussen) en v(an) R(ijn), Kerkl. Oudh., D. IV. St. I. bl. 52.