ten gevolge van een verdrag, waarbij Otto van het kasteleinschap van Koevorden en Regentschap over Drenthe moest afzien. Daar hem dit nu geweldig in den krop stak, woelde hij heimelijk zoo lang, tot hij den Bisschop in eenen nieuwen oorlog tegen Rudolf van Koevorden wikkelde, die echter weder ten nadeele van hem uitviel.
Zie Picardt, Chronijck der Landts. Drenthe, bl. 178 en 179; Schotanus, Hist. van Friesl., bl. 92 en 101; Dumbar, Kerkel. en Wereltl. Devent., D. I. bl. 448 en 449; Westendorp, Jaarb. van en voor de prov. Gron., St. I. bl. 206 en 207.