[Pieter Beets Pietersz.]
BEETS (Pieter) Pietersz., een zoon van den voorgaande, studeerde aan de hoogeschool te Groningen, was eerst Predikant bij de Doopsgezinden in onderscheidene gemeenten van ons Vaderland, vervolgens te Altona, en kwam in het jaar 1789 te Zaandam, waar hij in het jaar 1813 overleed. Terwijl hij te Zaandam stond, was hij in 1801 onder de eersten die tot Schoolopziener werd aangesteld, wordende hij als zoodanig met het departement Texel belasf.
Hij heeft de volgende werkjes nagelaten:
Korte verhalen voor kinderen, Dordr. 1800. 2 deeltjes met pl. 8o.
Drie leerredenen over de gelijkenis van den verloren zoon, Amst. 1802. gr. 8o.
De vriend der jeugd, Amst. 1803, met 3 deeltjes 8o. met pl. Van dit werkje is in 1827 een tweede druk door den verdienstelijken schoolonderwijzer G. van Sandwijk bezorgd.
Handleiding tot onderwijs in de Christelijke Godsdienst, Amst. 1806. gr. 8o.
Zie Vaderl. Hist. ten vervolge op Wagenaar, D. XLIV. bl. 83; (van Cleef) Alphab. Naaml. van Boeken en Aant. op dat werk; Blaupot ten Cate, Geschied. der Doopsgez. in Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland, D. II. bl. 142 en 146.