[Johan Christian Baum]
BAUM (Johan Christian), geboren in 1739 te Oldendorff in het graafschap Ravensberg, werd in 1763 Leeraar bij de Evangelisch Luthersche gemeente te Zierikzee, van waar hij in 1773 vertrok naar Amersfoort. In 1779 naar Culenborg en in 1783 naar Amsterdam beroepen, overleed hij ter laatstgemelde plaatse in 1806. Baum, die als een geleerd man geroemd wordt heeft uitgegeven:
Proeve over het gebed, zoo ver de Christ. Geloofsleer hetzelve in overweging neemt, of over het wondergebed der Profeten, en over het gewone gebed aller godsdienstigen in 't gemeen, eerste druk zonder naam 's Hage 1778, tweede druk met zijnen naam 's Hage 1779. 8o.
De Messias Israëls Koning, of, proeve over het Koningrijk van Christus, eerste druk zonder naam 's Hage 1780, tweede uitgave met naam 's Hage 1783, 8o.
Voetstappen der leer van 's menschen leven na den dood in de schriften van het Oude Verbond, 1782, 2 deelen 8o.
Rekenschap van een Christenleeraar aan zijne gemeente enz. 1791, tweede druk. Dit is door F.G.C. Rütz in het Hoogduitsch vertaald.
Aanmerkingen en bijvoegsels tot de rekenschap enz. 1792.
Zie Schultz Jacobi en F.J. Domela Nieuwenhuis, Bijdragen tot de Geschied. der Evang. Luth. kerk, St. II. bl. 107 en 167, St. VI. bl. 33, St. VII. bl. 125.