[Lucia of Maria Barlow]
BARLOW (Lucia of Maria), anders Wallers genaamd, eene zeer schoone Engelsche jufvrouw, uit het Graafschap Pembroke, bijzit van Karel II, Koning van Engeland, hield zich eene geruime tijd in Holland op, en baarde kort voor 's Konings vlugt uit Engeland, den 20 April 1649, eenen zoon, die lang den naam van James Crofts gevoerd heeft, doch naderhand de vermaarde Herlog van Monmouth was. Het kind werd met eene Engelsche min en eenige meiden bij Nicolaas Ghyser, een koopman te Schiedam, besteed; terwijl Lucia Barlow bij zekere Mevrouw Harvey geplaatst werd, waar de Koning haar prachtig liet onderhouden. Zij, eens zeer begeerig zijnde om haren zoon te zien, nam voor hem onverwacht te komen bezoeken; maar hare kamerdienaar, zulks gewaar wordende, ging naar Schiedam en verzond de min met het kind van daar, voorgevende daar last toe te hebben. Lucia, geen van beide aldaar vindende, bleef er tot den avond wachten, niet wetende dat zij die stad verlaten hadden, want de kamerdienaar had den koopman en de bedienden van den huize verboden haar iets te zeggen. Dit bragt de moeder in groote bekommering; waarop zij, denkende dat het kind naar Maassluis gebragt was, om het heimelijk naar Engeland te voeren, in allerijl derwaarts reed, en de Burgemeester dier plaats haar vermoeden te kennen gaf, die daarop beval, dat er geene schepen uit de haven mogten vertrekken, alvorens onderzocht te zijn, doch omtrent 10 of 12 dagen later vond zij het kind te Loosduinen.