[Baldewijn]
BALDUINUS, Baldewijn of Boudewijn I, den zeventiende Bisschop van Utrecht, was een zusters zoon van Aarnout Graaf van Kleef. Hij werd in 990 tot Bisschop verkoren en men getuigt van hem dat hij zeer deugdzaam was, en geen deel nam in de oorlogen welke destijds in de naburige landen gevoerd werden. Er is geen blijk dat hij gebruik heeft gemaakt van het muntregt aan zijnen voorzaat Baldericus verleend, want de kleine muntstukjes, met den naam van Balduïnus, behooren stellig tot Balduïnus II, gelijk in onze dagen door deskundigen stellig bewezen is. Hij overleed den 10den Mei 994.
Zie Beka, Chronicon, in Matthaei Anal. vet. Aevi, Tom. III. p. 55 et 66; van Gouthoeven, Chronijcke, bl. 254; v(an) H(eussen en v(an R(hijn), Kerk. Oudh. D. I. bl. 61 en 62; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; Halma, Toon. der Vereen. Nederl.; Sjoerds, Friesche jaarb. bl. 148, 149 en 155; Tegenw. Staat van Utr., D. I. bl. 26; Kok, Vaderl. Woordenb.; Chalmot, Biogr. Woordenb.;