Utrecht, alwaar hij na 1782, wegens ligehaamszwakte, zeven jaren gerust heeft en den 23sten Augustus 1789 overleed.
Bachiene was een geleerd man, van eene blinkende Godsvrucht en voorbeeldigen wandel; ijverig, getrouw en onvermoeid in het waarnemen van zijne onderscheidene leeraarspligten, die hij bij zijne verschillende gemeenten tot nut voor zoo vele zielen heeft uitgeoefend; voorts bezat hij een eerlijk en opregt karakter, daarbij van een vriendelijken, gemeenzamen en voorbeeldigen omgang zijnde, werd hij van een ieder geacht en bemind. Hij heeft in het licht gegeven:
Nederland in Rouw, of Lijkpredikatie over het afsterven van zijn Doorl, Hoogheid W.C.H. Friso, Erfstadhouder, enz. enz., over Amos VIII, vers 9 en 10. Utrecht 1755, in 8o.
Eerste beginselen der goddelijke waarheden. Utr. 1759, 8o.
Leerredenen over Zephanja II, vers 1-4. Utr. 1760, 8o.
Oude en Rechtzinnige Leer aangaande den eigen aart der Kerken. Utrecht 1768, 8o.
De Leer der Sacramenten, naar den aart der Goddelijke verbonden verklaart. Utrecht 1771, 8o.
Ontledende verklaring van eenige Psalmen. Utr. 1782, 4o.
Bachiene is driemaal gehuwd geweest. Zijne eerste vrouw was Anna Swanida Budde, die in 1769 stierf, na hem 6 kinderen te hebben geschonken, van welke twee zonen zich insgelijks aan de bediening des Evangeliums gewijd hebben, als Zeno, die Predikant te Groningen is geweest en de hier volgende Philip Jan. Bij zijne tweede vrouw, Catharina Hillegonda Roelans, en zijne derde, Geertruid van Hengst, heeft hij geen kinderen verwekt.
Zie Chalmot, Biogr. Woordenb., Biograph. Universelle.