Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 1

[Ernst van Aylva]

AYLVA (Ernst van), zoon van Douwe van Aylva en Frouck Mockema, werd in 1578 Grietman van West-Dongeradeel en was in 1584 te Delft, Gecommitteerde uit de Staten van Friesland, wegens het platte land, ten einde door den Prins te doen beslechten het verschil, hetwelk ontstaan was tusschen de steden en het platte land, ter oorzaak van zitting van de eerste in de vergadering der Staten.

Na in 1586 tot Grietman van Oost-Dongeradeel te zijn aangesteld, was hij in 1607 een der Gelastigden tot de handeling over het bestand met Spanje, en in 1618 en 1619 Afgevaardigde bij de Dordsche Synode. Ook maakte hij zich met Jelger van Feytsma en eenige anderen, zeer verdienstelijk, door het aanwenden van voorzorgen tegen het inbreken van het zeewater bij het dorp Wierum, hetwelk zonder dat misschien reeds geheel vernield zou zijn geweest.

Hij was gehuwd met Id Herema, die hem eenen zoon baarde, den reeds vroeger vermeldenGa naar voetnoot(1) Douwe van Aylva.

Zijne spreuk was: Deus providebit (De Heer zal het voorzien).

Zie Naem-register van alle de Ghecommitteerde op 't Nationael Synode, bl. 1; Brandt, Hist. der Ref., D. IV. bl. 22; F. Sjoerds, Algem. Besch. van Friesl., D. II. bl. 740; Vriemoet, Athen. Frisiac., pag. XCIX; Baerdt van Sminia, Nieuwe Naaml. der Grietm., bl. 69 en 70; Konst- en Letterbode voor 1846, D. I. bl. 4; van Leeuwen, in de Vrije Fries, D. V. St. IV. bl 364.