[Epo van Aylva]
AYLVA (Epo van), zoon van Sjoerd van Aylva, Grietman van Dantumadeel, en van Juliana Mauderik, werd den 10 Januarij 1667 tot Grietman van Kollumerland-en-Nieuw-Kruisland aangesteld, en was in dat zelfde jaar Lid van de Staten van Friesland, alsmede in 1673 en 1698.
Hij moet in het jaar 1681 van een zwaar vergrijp beschuldigd zijn, want den 23 Julij van dat jaar ontving de Procureur-Generaal last, hem crimineel te vervolgen, zonder dat men vermeld vindt, wat daartoe aanleiding hebbe gegeven. Gedurende die vervolging in regten werd hij evenwel van Julij 1681 tot Februarij 1682 in zijnen post geschorst, terwijl Isaäk de Schepper, Grietman van Achtkerspelen, inmiddels zijne plaats verving. Zeker gaat het dat hij een bijzonder stijfhoofdig en driftig mensch was, die schijnt geweigerd te hebben zich naar 's Gravenhage te begeven, om aldaar zitting in de Staten-Generaal te nemen, ten minste in 1681 werd hem bevolen binnen drie dagen derwaarts te reizen, op verbeurte van een half jaar traktement. In hetzelfde jaar werd hij, mede wegens ongehoorzaamheid aan 's Lands Regering, veroordeeld tot eene boete van vijftig gouden rijders, en twee jaren later tot vijfentwintig gelijke rijders, wegens het tegenwerken van een besluit.