[Reynerus van Asperen]
ASPEREN (Reynerus van), was Proost in het Buwenklooster onder Drogenham, toen hij, nadat Godofridus, Abt van Mariëngaarde, wegens een gebrek aan de oogen in 1559 zijn ontslag gevraagd en bekomen had, in diens plaats tot eenendertigsten Abt van dat klooster werd aangesteld. Hij kreeg ook zijne bevestiging; maar is, omdat de tijd te kort was, niet gewijd geweest, en was ook de laatste die tot die waardigheid verheven is. Niettegenstaande hij zich met den Abt van Lidlum en de andere Prelaten, met alle kracht tegen het invoeren van het nieuwe Bisdom van Leeuwarden had aangekant, werd hij door den Bisschop Cunerus Petro, uit kracht van de pausselijke bulle tot eenen lidmaat van het uieuwe genootschap der Kanunnikken aangesteld. Hij kreeg grooter jaargeld dan de andere Kanunnikken, daar hij ook prachtig van leefde.
Zie V(an) H(eussen) en V(an) R(hijn), Kerk. Outh., D. V. St. I. bl. 100 en 101; Feller, Biogr. Univ.