[Arnoldus I van Isenburg]
ARNOLDUS I VAN ISENBURG, de dertigste Bisschop van Utrecht, afkomstig uit het geslacht der Graven van Isenburg, was Proost van Deventer, toen Balduinus II, Bisschop van Utrecht, den 16 Mei 1196 te Mentz overleed. Dadelijk op de tijding van dit overlijden trokken Otto II, Graaf van Gelder, en Dirk VII, Graaf van Holland, elk met eenen grooten hoop krijgsvolk binnen Utrecht en stelden ieder van zijnen kant alles bij de Verkiezers in het werk, om eenen Bisschop naar zijnen zin te krijgen. Otto was voor Arnold van Isenburg, doch Dirk wilde den Domproost Theodorus van Holland, eenen broeder van den overledenen Bisschop Balduinus, gekozen hebben. De kuiperijen liepen zoo ver, dat een gedeelte der Kanunniken den eene en een gedeelte den andere verkoos. De stad en het geheele land van Utrecht hield de zijde van Theodorus, maar geheel Overijssel die van Arnold van Isenburg, waaruit aanmerkelijke onlusten ontstonden. Inmiddels werd Dirk, Graaf van Holland, door Keizer Hendrik VI tot voogd en opziener over de tijdelijke goederen en inkomsten van het Bisdom aangesteld, waar Overijssel, door Otto opgestookt, zich weinig aan kreunde, terwijl het niets aan hem verkoos op te brengen. Hier over werd Graaf Dirk zoo vertoornd, dat hij met eenige krijgsbenden door de geheele Veluwe strooptogten deed en overal, waar hij komen kon, brandde en plunderde. Otto deed