[Jan III of VI, Heer van Arkel]
ARKEL (Jan III of VI, Heer van), een zoon van den voorgaande, trok mede in 1096 naar het Heilige land, op dien togt te Venetiën moetende vertoeven, om op goeden wind te wachten, hing hij, naar het gebruik van die dagen, zijn wapen voor de herberg, waar hij zijnen intrek had genomen. Een ander Heer, uit Hongarije, die het zelfde wapen voerde, dit ziende, nam het af, waardoor van Arkel met hem in twist geraakte, zoodat zij een tweegevecht aangingen, waarin van Arkel de overhand behield, hoewel hij den ander het leven spaarde, zoodat zij als goede vrienden scheidden. Hierop de reis voortgezet hebbende hielp hij Nicea, Tarsus en Antiochië en eindelijk in 1099 Jeruzalem innemen. Na om zijne dappere daden aldaar tot Ridder van het H. Graf te zijn geslagen, keerde hij oud en afgeleefd naar zijn land