Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 1
(1852)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 350]
| |
gedurende eenige jaren, onder de leiding van zijnen stadgenoot Joris Ponse op de schilderkunst toe. Vervolgens begaf hij zich ter uitbreiding zijner kundigheden naar Amsterdam. Na hier twee jaren geweest te zijn, keerde hij naar zijne geboorteplaats terug, waar hij in den beginne alles schilderde wat hem besteld werd, doch later legde hij zich meer bepaald op het schilderen en teekenen van schepen toe. Vervolgens bragt hij eenige jaren te Middelburg door, waar hij schilderijen en teekeningen voornamelijk naar lustplaatsen van aanzienlijke lieden vervaardigde. Sommige zijner teekeningen zijn door hem zelven geëtst, andere zijn door Fransche graveurs in het koper gebragt, ook heproefde hij prentteekeningen te maken, waarin hij niet ongelukkig slaagde. Naderhand in zijne geboortestad terug gekeerd, teekende hij meest met Oostindische inkt, watergezichten, rijkelijk met schepen en schuiten gestoffeerd en uitvoerig behandeld, doch niet vrij van stijfheid. Hij was nimmer gehuwd geweest en overleed den 22 April 1805. Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk. D. II. bl. 272-274; Immerzeel, Levens en Werken der Schild. enz. |
|