[Joris Andringa]
ANDRINGA (Joris) is in de geschiedenis des vaderlands bekend als de Secretaris van den Luitenant-Admiraal de Ruyter. Vroeger was hij schrijver geweest op het schip van den Commandeur de Wildt, met wien hij, in 1665, onder de Ruyter de togt naar de kust van Guinea had mede gemaakt. Toen gezegde Admiraal, in Augustus van dat jaar, met zijne vloot te Delfzijl was binnengevallen, was Andringa een dergenen, die zich vrijwillig aanboden, om terstond met den Admiraal weder in zee te gaan. Bij die gelegenheid werd hij des Admiraals Secretaris, wien hij in bloedverwantschap bestond (de Ruyter noemt hem zijn neef). Gedurende de oorlogen van 1665-1667 diende hij met veel moed en hekwaamheid in den zelfden post, en werd zelfs in een der gevechten zwaar gewond. In dezelfde hoedanigheid diende Andringa in de oorlogen van 1672 en 1673. Zijne ervaring echin zoo zware krijgen ter zee opgedaan, en zijne getrouwe diensten gaven hem het volste regt tot het gebied van een oorlogschip, waartoe hij van Prins Willem III door de Ruyter dringend was aanbevolen. Andringa ontving dan ook het bevel over het schip Stad en Lande, waarmede hij de Ruyter op zijnen laatsten togt naar de Middellandsche zee vergezelde. Hij streed met moed in de beide zeeslagen, altijd aan de zijde van zijnen bevelhebber en vriend, en stond even zoo aan zijne sponde, toen die groote man den 29 April 1676 den geest gaf. Hij zelf overleefde den grijzen Admiraal slechts weinige weken. Na zich dapper gekweten te hebben bij het ongelukkig gevecht in de Baai van Palermo, den 28 Mei 1676 overleed Andringa met verscheidene