[Antonie Willem Amo]
AMO (Antonie Willem), een Afrikaansch Neger, geboren in het begin der achttiende eeuw op de Goudkust. Hij werd in 1707 naar Nederland gebragt. De Hertog van Brunswijk, eene buitengewone schranderheid in hem bespeurende, zond hem naar de Hooge scholen van Halle en Wittemberg, waar hij groote vorderingen maakte in de Natuur-, Wis- en Sterrekunde. Behalve in de Latijnsche en Grieksche, was hij ook zeer bedreven in de Fransche, de Hoogduitsche en de Nederduitsche talen, en hield bijzondere lessen, die grooten toeloop hadden. Na de dood van zijnen weldoener in zware droefgeestigheid vervallen zijnde, besloot hij Europa te verlaten, waar hij 30 jaren had doorgebragt, en keerde naar zijn geboorteland Axim, waar hij met zijnen broeder en zijne zuster in eenzaamheid leefde en in 1753 door den geleerden reiziger Gallondat bezocht werd. Hij overleed eenigen tijd daarna te Chama, in het fort der Nederlandsche Oostindische Compagnie.
Zie Engelbert Gerrits, Biogr. Woordenb.; Algem. Woordenb. der Zamenlev.; Biographie Universelle.