[Eugenius Albertus d' Allamont]
ALLAMONT (Eugenius Albertus d'), geboren te Brussel, was de tweede zoon van Jan Baron d'Allamont, een dapper krijgsman. Na zijne studiën in de Wijsbegeerte en Regten te hebben voleindigd, verkreeg Eugenius in 1653 eene Prebende in de domkerk van St. Lambert te Luik, en werd het jaar daarna Priester. In 1659 door den Koning van Spanje tot vijfden Bisschop van Roermond henoemd, werd hij den 24 Augustus van dat jaar, met veel pracht te Mechelen gewijd. Paus Alexander VII gaf hem in 1662, als Apostelijk Vikaris, het geestelijk bestuur over de kerk van 's Hertogenbosch, welk ambt hij tot in 1666 met grooten lof wegens zijne uitmuntende bekwaamheden, bekleedde; terwijl hij ook bij de Landsregering in hooge achting stond. In het jaar 1666 tot Bisschop van Gent verkoren, bekleedde hij den stoel aldaar nog zeven jaren, en overleed den 28 Augustus 1673 in Spanje, waar hij, ter behartiging van kerkelijke belangen, was heengereisd. Zijn ligchaam en ingewand werden te Madrid begraven, maar zijn hart overgevoerd naar de Domkerk van Gent, waarin hij reeds eene marmeren tombe had laten oprigten. Zijne zinspreuk was: patiens esto (zijt geduldig).