met jeugdig vuur en ijver. Een ruim veld stond hier wederom voor hem open, en hij toonde ook hier, dat hij in de behandeling der menigvuldige zieken een Geneesheer was, zoo als er slechts weinigen gevonden worden; hij was ook hier een voorbeeld voor velen, dat moeijelijk was na te volgen. De taak, die hij had opgenomen, en die krachtvolle inspanning van ligchaam en geest vereischte, mogt slechts kort door hem worden vervuld. Een half jaar daarna, zijnde den 6 April 1844, werd hij als het slagtoffer zijner menschlievende kunst, door eene verraderlijke typhus weggenomen, als op het bed van eer, bezweek hij voor eenen vijand, dien hij bij anderen zoo dikwerf met gelukkige wapenen had bestreden.
Erkende verdiensten, grondige geleerdheid, ongeveinsde christelijke beginselen in woord en daad, strekten hem zelven even zeer tot aanbeveling, als hij daardoor tot een hoogst nuttig lid gevormd werd in dien grooten kring, waarin hij met liefde in het hart en ijver voor zijne kunst onvermoeid werkzaam was. Voor den lijder meer dan Geneesheer, ja, een deelnemend broeder zijnde, kende, wilde en bevorderde hij het ware, goede en schoone.
Behalve een groot aantal andere stukjes, waaronder vele wetenschappelijke recensiën, in verschillende vaderlandsche tijdschriften, als ook in het Journal für die praktische Heilkunde von Hufeland geplaatst, verdienen afzonderlijk vermeld te worden, de navolgende geschriften van zijne hand:
Diss. inaug. de tumoribus nervorum. Lugd. Bat. 1809.
Over de zoogenoemde verharding van het celwijsweefsel; in de Jaarb. der Gen.-, Heel- en Natuurkunde. 1813.
Waarnemingen eener hersenontsteking; in Hippocrates Magazijn. 1817.
Verhandeling over het Hospitaalversterf; aldaar 1818.
Geneeskundige waarnemingen omtrent het Sulphas Chininae; aldaar 1819.
Verhandeling over de lies- en dijebreuken. Amst. 1821.
Waarneming eener door de natuur verrigte afscheiding van den linker arm; in de Nieuwe Verh. van het Gen. tot bevord. der Heelkunde te Amst. 1822.
Verslag nopens eene op te rigten Maatschappij ter bevordering der Genees- en Heelkunde ten platten lande; in de Algem. Konst- en Letterbode. 1823.
Verhandeling over het afwisselend algemeen ziektekarakter en de daarop gebouwde wijzigingen der geneeskundige behandeling. Arnh. 1829.
Mededeelingen omtrent de besmettelijkheid van den kwaden droes voor den mensch, door waarneming nader bevestigd. Utrecht 1833.
Waarneming over het delirium tremens; in het Prakt. Tijds. van Dr. Moll en Dr. van Eldik. 1833.
Waarneming eener bijzondere wijziging der waterzucht; aldaar 1833.