Mengelingen, behelzende verbasterde Spreekwijzen en een Aanhangsel van verminkte plaatsen in oude schrijvers.
Verdediging van de voornaamste Dichterlijke vrijheden.
Toets van nieuwerwetsche Taalkunde, en
Vertoog over de voorzetsels te, ten, ter.
Bij zijn overlijden legateerde hij eenige kostbare oude, gedeeltelijk allerzeldzaamste handschriften aan de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, waarbij ook een aantal aanteekeningen, betreffende onze taal, van zijne hand. Hij schijnt ook de dichtkunst te hebben beoefend, althans hij is de vervaardiger van eene parodie op Vondels Geuse Vesper, of krankentroost voor de vierentwintich, getiteld: Krankentroost voor de vijanden van de Nationale Synode.
Zie Catal. van de Maats. van Nederl. Letterk., D. I. bl. 60, 69, 82, 91, 93, en D. II. bl. 189, 200 en 201; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl., D. VIII. bl. 290-293.