[Edzart Reynt van Alberda]
ALBERDA (Edzart Reynt van), Heer van Bloemersma en Faan, geboren den 8 Februarij 1708, was de zoon van Onno Tamminga van Alberda en Josina Petronella van Clant. Hij genoot eene geleerde opvoeding, reisde vervolgens buitenslands, en kwam, hiervan teruggekeerd, in het bewind, waarin hij tot aanzienlijke ambten en waardigheden geraakte, zoo dat hij een groot aandeel in het bestuur van zaken had, en in 1748 het vertrouwen van den Stadhouder genoot. Ook was hij Curator van de Groninger Hoogeschool, jegens welke hij zich bijzonder verdienstelijk gemaakt heeft.
Bij zijn overlijden den 8 Januarij 1775 liet hij zes kinderen na, verwekt bij Adriana Sophia Gockinga. Zoo om zijne zedelijke hoedanigheden, als om zijnen ijver voor de regten en belangen der ingezetenen van de Ommelanden, was zijne nagedachtenis bij velen in zegening. Hij voerde tot wapen een veld van azuur met drie leliën, vergezeld in het midden van eene zespuntige ster alles van goud.
Zie Mr. J. Scheltema, Staatkundig Nederl., D. II. bl. 528; Jac. de Rhoer, Laudatio funebris in obitum viri nob. atque illustris, E.R. Alberda, Gron. 1775.