[Adelart]
ADELART, Abt van Ludingakerk, in Friesland, die omstreeks het jaar 1170 leefde, bevredigde den strijd, welke ten zijnen tijde, tusschen de Friesche Edelen gerezen was. Doch Tako Harliga, het hoofd van eene der twistende partijen, verbrak telkens het geslotene verdrag, weshalve Adelard, ten einde de voortdurende onlusten voor goed te dempen, zich meester maakte van het kasteel en de onruststoker Tako diens kwade trouw met den dood deed bekoopen, terwijl het kasteel ten gronde toe gesloopt werd.
Zie: Luiscius, Algemeen historisch, geographisch en genealogisch Woordenboek, op het woord.