[Jacob Carel Abbema]
ABBEMA (Jacob Carel), jongste broeder van de twee voorgaanden, was geboren te Utrecht den 9 September 1749. Reeds vroeg in de krijgsdienst getreden, nam hij in 1787, toen hij reeds tot den rang van kapitein was opgeklommen, ten gevolge van de politieke omstandigheden, zijn ontslag. In 1795 weder aangesteld als Luitenant-Kolonel bij de Infanterie, woonde hij in 1799 den veldtogt in Noord-Holland bij, en had in 1807 als Generaal-Majoor het bevel over eene brigade bij het bezettingsleger in Hannover, de Hanzeesteden en Bremen. In het jaar 18 de militaire loopbaan verlaten hebbende, werd hij benoemd tot Lid van den Staatsraad en in het jaar 18 tot Lid van het Hof van Rekeningen. Gedurende de inlijving van ons Vaderland in het Fransche Keizerrijk bekleedde hij den post van Entreposeur-Generaal van den tabak, en na de omwenteling van 1813 werd hij als Generaal-Majoor gepensionneerd. Abbema was gehuwd, eerst met Louisa Elisabeth Testas, die hem eenen zoon naliet, en in een tweede huwelijk met Isabella Maria Smissaert, weduwe van den Heer Willem Backer. Hij overleed te Haarlem den 16 Maart 1835.
Uit de familiepapieren bijeengebragt.