[Aarnout]
AARNOUT, Graaf van Holland, ook wel Arnoud en Arnold geheeten, een zoon van Dirk II, werd op het slot te Gent geboren, waarom hij ook wel de Gentenaar wordt genoemd. Nog bij het leven van zijnen vader, in het jaar 980, trad hij in den echt met Luitgard, dochter van Siegfried, Graaf van Luxemburg. Hij kwam na zijns vaders dood in 987, of volgens anderen in 988, aan de regering. Door zijne gemalin oom zijnde van Otto III, Keizer van Duitschland, werd hij door dezen met nieuwe landen begiftigd, waaronder ook West-Friesland schijnt te zijn geweest, althans Aarnout bragt eenig krijgsvolk bijeen en trok daarmede tegen de Friezen op, die hij welhaast noodzaakte hem trouw te zweren en te huldigen, maar die ook weder, kort nadat hij teruggetrokken was, zonder eenige vastigheid of bezetting in het nieuw gewonnen land te laten, het juk weder afwierpen, en dagelijks in Holland vielen, plunderende en brandende waar zij konden. Aarnout trok tegen hen te velde en sloeg zijn leger neder in de vlakte Winkelmade, op of bij de plaats, waar thans het dorp Winkel ligt. Beide partijen tastten elkander aldaar zeer vinnig aan, doch Aarnout, door zijne dapperheid aangevuurd, zich onvoorzigtig te ver onder de vijanden begeven hebbende, werd met onderscheidene wonden ter neder geveld, waarop zijne legerbenden verschrikt uit den strijd weken. Zijn ligchaam werd naar Egmond gevoerd en aldaar begraven. Volgens de oude kronijkschrijvers had het gevecht, waarin hij sneuvelde den 1 October 993 plaats, daar er echter nog een brief voorhanden is, door hem, ten behoeve van het Blandiner Klooster te Gent, in 998 gegeven, heeft er vermoedelijk eene schrijffout plaats gehad en zal de slag in of na dat jaar
voorgevallen zijn. Hij liet drie zonen na: Dirk of Diederik zijnen opvolger in het graafschap Holland, Adelbert, die hem als Burggraaf van Gent opvolgde en Sigfried of Sieeo ook Sivaart, van wien de adellijke geslachten der Teilingen en Brederodes afstammen. Bij P. Scriverius, Beschrijvinge der Graven van Holland enz. en bij Halma, Toneel der Vereenigde Nederlanden, treft men zijn portret aan.
Zie G. van Loon, Aloude Hollandsche Histori, D. II. bl. 180, 208, 217, 232-236; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. II. bl. 124-131; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl., D. II. bl. 5 en 6; Arent, Algemeene Geschied. des Vaderlands, D. II. St. I. bl. 30 en 31.