Nieuws
De nieuwe titels van juli/augustus 2023
Van Thea Doelwijt komt weer een aantal (jeugd)romans online: Wajono (1969), Sis en Sas. De ruziestrooiers (1975), Prisiri stari. De pretster (1981), O sekoer! Help! (2000) en Stop je hoofd nooit in een spinnenweb (2006). In Kri, kra! Proza van Suriname (1972) en Geen geraas of getier (1974) laat ze ons nader kennis maken met de Surinaamse letteren.
Charles de Rochefort was een Franse theoloog die in de zeventiende eeuw als gereformeerd predikant in de Caraïben werkte, o.a. op Sint Eustatius en Sint Maarten. Hij was ook liaison tussen de Waalse kerken in Nederland en de Franstalige predikanten in de Caraïben. Hij publiceerde in 1658 zijn Histoire naturelle et morale des iles Antilles de l'Amérique. Dit werd voor Nederland door Heijmen Dullaert bewerkt tot Natuurlyke en Zedelyke Historie van d'Eylanden de Voor-Eylanden van Amerika. Deze uitgave uit 1662 met ‘vele schoone platen’ en een ‘Caraïbaanschen woorden-schat’, komt nu online.
Altijd handig: de Woordenlijst Nederlandsch-Papiamentu (1930) en Diccionario Papiamentu Holandes (1945).
Twee pamfletten over onrecht in oorlogstijd: Engelsche tieranny, geschreven in 1781 tijdens de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog, en de Nieuwe Fransche tiranny, geschreven in 1814 na de Franse bezetting.
Veel tijdschriften deze maand, zoals De Hollandsche Lelie, het ‘Weekblad voor jonge dames’ dat verscheen van 1887 tot 1933 en de voorloper was van de Eva en de Viva. Het begon als een tijdschrift voor meisjes van 12 tot 16 jaar, maar ging zich in de loop der jaren steeds meer op volwassen vrouwen richten. Het blad was een belangrijk platform voor schrijfsters als Catharina Alberdingk Thijm, Johanna van Woude, Marie van Zeggelen en Jacqueline Reyneke van Stuwe.
Ook enkele jaargangen van Noord en Zuid. Dit tijdschrift voor onderwijzers, dat bestond van 1877 tot 1907, streefde ernaar Vlaanderen en Nederland in taalkundig en didactisch verband te verenigen. Hoofdredacteur Taco de Beer verklaarde in het eerste nummer: ‘Die het wel meent met het onderwijs, zal 't ook wèl meenen met de beoefening der moedertaal, zonder welke alle onderwijs onmogelijk wordt.’
Verder oudere jaargangen van Taal en Tongval, ook een belangrijk taalkundig tijdschrift. Het begon in 1949 als ‘tijdschrift voor de studie van de Nederlandse volks- en streektalen’. Tegenwoordig wordt het uitgegeven als Taal & Tongval: Language Variation in the Low Countries.
Ten slotte een flink aantal jaargangen van de oude reeks van De Vlaamsche School, een invloedrijk cultureel tijdschrift dat in 1855 werd opgericht om de Vlaamse identiteit te versterken en de Franse invloed tegen te gaan. Redacteur Eugeen Zetternam maakte zich sterk voor ‘vernietiging van vreemden invloed, eigenaerdige zelfsontwikkeling en zedelyke onafhankelykheid’. In 1888 begon een nieuwe reeks met jongere redacteurs als Pol de Mont, waarin juist weer breder naar het buitenland en de internationale kunst werd gekeken. Het blad werd in 1902 voortgezet als het eveneens invloedrijke Onze Kunst (tot 1929).