Nieuwsbrief
11 januari 2024
Nieuws van DBNL - januari 2024
Toekomstverkenning Literatuurgeschiedenis.org onder DBNL
De KB, de nationale bibliotheek te Den Haag, en de Taalunie gaan met instemming van het Nederlands Letterenfonds de mogelijkheden verkennen om de website Literatuurgeschiedenis.org in de toekomst onder coördinatie van DBNL te brengen.
DBNL, de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, is een dienst waarin de Taalunie, de Vlaamse Erfgoedbibliotheken en de KB samenwerken, gericht op het brede Nederlandse taalgebied. Literatuurgeschiedenis.org voegt kwalitatieve en toegankelijke contextinformatie toe aan de primaire teksten waar DBNL rijk aan is en fungeert voor leerlingen en geïnteresseerden als ‘opstapje’ naar DBNL.
Literatuurgeschiedenis.org werd oorspronkelijk opgezet als Literatuurgeschiedenis.nl, op initiatief van Frits van Oostrom en Hubert Slings. Tussen 2002 en 2009 werd de website verder uitgebouwd door DBNL. Daarna werd de site niet meer actief beheerd. Omdat de gebruikscijfers toch vrij hoog bleven, is de site in 2020 door de KB in beheer genomen en volledig vernieuwd.
Literatuurgeschiedenis.org is een hooggewaardeerde en veelgebruikte website in het onderwijs. Het is de bedoeling dat het een zelfstandige website blijft. Wel wordt onderzocht of op termijn een deel van de redactionele en coördinerende taken bij DBNL belegd kan worden. Naar verwachting beginnen de voorbereidingen hiervoor in de loop van 2024.
Nieuwe titels van januari
Deze maand komt er nog een laatste plankje Surinaamse literatuur bij. In Jairam vertelt… (2009) beschrijft historicus André Loor de geschiedenis van de hindoestaanse immigranten in Suriname. Dit werk werd herdrukt wegens de herdenking van 135 jaar immigratie. De laatste zendingsarts (2022) van Agnes Ritfeld is een jeugdroman over het leven van zendingsarts Miep Dekker, die werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau voor haar werk in Suriname. Voor de allerkleinsten is er ook weer genoeg, zoals Buddy en ik! (2013) van Soecy Gummels, over een jongetje en zijn hondje.
Van Frits Wols, voormalig secretaris-generaal van de Nationale UNESCO-Commissie Suriname, komt het jongensboek De bom van Saramacca (1992) beschikbaar, over een groep padvinders die tijdens een kampeertochtje te maken krijgt met Duitse spionnen! Zie voor meer avonturen van deze scoutinggroep De leeuwen in gevaar (1991). Eerder kwam van Wols ook de korte roman Het groene labyrint (1988) online, over een man die schipbreuk lijdt bij de Marowijne-monding en een avontuurlijke zwerftocht door het woud onderneemt.
Marie en Pauline, of Nederigheid en hoogmoed (1856) is een verhaal voor de jeugd van kinderboekenschrijver en onderwijzer P.J. Andriessen. Hij schreef vooral christelijke historische jeugdboeken. Deze titel gaat over Suriname, over meisjes die op een plantage terechtkomen. Het boek gaat wel over slavernij, maar is geen aanklacht ertegen te noemen. Integendeel: het bevat veel stereotyperingen en over afschaffing van slavernij wordt niet gesproken.
De kanten zakdoek, een verhaal uit den ouden tijd (1929) van Eduard Gerdes is ook een christelijk verhaal voor de jeugd. Net als Andriessen was Gerdes onderwijzer. Het verhaal gaat over een bedelende jongen die een zakdoek van een rijke dame probeert te stelen. Maar hij betert zijn leven en bekeert zich en komt op het rechte pad. Ewoud Sanders behandelde dit boek in zijn overzicht over antisemitisme in kinderboeken.
Van Joannes Stalpaert van der Wiele komt de Roomsche Reys, t’zamenspraecksgewijs tusschen Pieter de Reijser ende Abacuk Fijnen Broeder beschikbaar. Hierin polemiseert de contrareformatorische dichter met de protestanten. Het werk is een samenspraak waarbij een katholiek en een protestant tegen elkaar ingaan. Waar de affiniteit van Stalpaert van der Wiele ligt, is tamelijk duidelijk.
Aan de andere kant van de Reformatie vinden we Franciscus Junius. Na zijn studie theologie werd hij beroepen als predikant, maar vanwege zijn remonstrantse gevoelens legde hij in 1617 zijn ambt neer en ging zich verdiepen in de filologie en oudheidkunde. Als bibliothecaris en gouverneur van de graaf van Arundel (Engeland) bracht hij in 1641 De Schilder-konst der ouden uit. Dit werk heeft sterk bijgedragen aan het gezag van de schilders uit de Oudheid.
Ten slotte enkele jaargangen van het tijdschrift Filter, tijdschrift voor vertalen en vertaalwetenschap. Sinds 1994 biedt het artikelen over ‘de confrontatie van vertaalwetenschap en de praktijk van het vertalen en de wisselwerking ertussen’, zoals het in de eerste inleiding luidde. Dus niet alleen wetenschappelijke artikelen, maar ook veel artikelen over het handwerk van het vertalen zelf.
Parels uit DBNL: het gedicht ‘Weegschaal de aarde’ van Sonja Prins
In tegenstelling tot die andere niet-proletarische communiste, feministe, kluizenaar en – bovenal – dichter Henriette Roland Holst-van der Schalk is Sonja Prins (1912-2009) nooit écht ingebed geweest in de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis. Daar lijkt langzaamaan verandering in te komen.
Als achttienjarig meisje richt Prins het internationale literaire tijdschrift Front op, dat helaas geen lang leven beschoren is. Maar het omvat alles wat Prins de rest van haar leven zou uitdragen door haar werk: vooruitgang, revolutie, vernieuwing, anarchie.
In 1933 komt Hitler aan de macht in Duitsland. Prins neemt deel aan antifascistische protesten en wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, draagt ze bij aan het communistische verzet door de partijkrant te stencilen en te verspreiden. In 1942 wordt ze, tegen ieders verwachting in, op transport gesteld naar vrouwenkamp Ravensbrück in Duitsland. Ravensbrück ging nooit voorbij in het leven van Sonja Prins. Het keert in meerdere gedichten terug: de ontberingen, honger, angst, de dood, maar ook het gevoel te leven in verbondenheid met andere lotgenoten.
Het meest indringend komt dit naar voren in het gedicht ‘Weegschaal de aarde’ uit 1954, gepubliceerd op DBNL in het tijdschrift De Nieuwe Stem. Het gedicht opent vanuit het perspectief van een kind dat de wereld begint te ontdekken: ‘elk kind moet verkennen / de vleugels van vlinders de blauwe verte / de werking van dromen’. Het kind verkent de wereld, meet de wereld, maar niet op een bezitterige manier. Liefdevol tast het de contouren van de wereld af: ‘voetje voor voetje’.
Vervolgens betreden we een stad, Amsterdam, waar een wind van vernieuwing en communistische revolutie rondwaart: ‘ik trad binnen / de grote kring ik nam deel / aan hun vreugde / een vrije plek’. Maar het lyrisch-ik lijkt van een koude kermis thuis te komen wanneer die dans niet meer is dan een dans ‘met steen aan je voeten / een molensteen gebonden steeds zwaarder’.
In het derde deel wordt die steen, Ravensbrück, verder beschreven, waardoor het lyrisch-ik steeds verder af komt te staan van het kind uit de openingsregels:
mijn jongste waar is zij
…
ik word geslagen
jarenlang
ik schreeuw uit mijn land
verminkte bloedeloze
ik sta in de steppe
mijn wrekende schaduw
op het schavot onder galgen
in het voorportaal van de oven
In het laatste deel keren we terug naar de metafoor uit de titel van het gedicht: de aarde als weegschaal. Die metafoor lees ik ondanks de scherpe beschrijvingen van de ontberingen van het kamp en de oorlog, toch als een hoopvolle metafoor, maar niet op een naïeve optimistische manier. Deze hoop heeft een anticiperende logica. De eindregels duiden op een blijvende gehechtheid aan iets van waarde, zelfs ondanks de afwezigheid en totale ontkenning daarvan in het verleden. Het is precies die onzekerheid die we terugvinden in de metafoor van de aarde als weegschaal die uitnodigt tot actie. De hoop van Prins is gebaseerd op de veronderstelling dat we niet weten wat er zal gebeuren en dat er in die onzekerheid ruimte is voor actie en hoop:
tweesprong van wegen
grote vernietiging of het grote leven
aarde een handbal
en de handen de handen
Pepijn de Koning studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Utrecht. Momenteel volgt hij de onderzoeksmaster Nederlandse literatuur en cultuur, eveneens aan de Universiteit Utrecht. Hij doet een onderzoeksstage bij DBNL, waar hij de hiaten in de collectie egodocumenten over de Tweede Wereldoorlog opspoort en aanvult met relevante werken die voor selectie in aanmerking komen.
Sonja Prins, ‘Weegschaal de aarde’ in: De Nieuwe Stem. Jaargang 9 (Amsterdam/Antwerpen 1954) 587-594.