Nieuwsbrief
5 januari 2022
Nieuws van de DBNL - januari 2022
Nieuwe titels van januari
Van schrijfster Alie Smeding komen drie nieuwe werken online: het toneelstuk Het prinsesje van het groene eiland uit 1927, en de romans Duivelsnaaigaren uit 1926 en Hunkering uit 1934. Smeding was in haar tijd beroemd en vooral berucht door haar schandaalroman De zondaar uit 1927, maar zij schreef nog veel meer. Het prinsesje van het groene eiland gaat over het gesloten milieu van vissers op het Zuiderzee-eiland Marken. Smeding kwam zelf uit Enkhuizen en kende het eiland goed. Hoofdpersoon is het Marker meisje met de naam Wolmet dat uit het huis van haar gierige vader vlucht. Duivelsnaaigaren is één van Smedings vroegste boeken en is een hard verhaal over een alleenstaande en buitengesloten vrouw. ‘Wat een hopelooze teleurstelling trilt en krimpt in deze eenzame vrouwenziel,’ schreef de Hollandsche Revue in 1926. Volgens veel critici was het één van haar allerbeste boeken. Hunkering tot slot is een roman over een opgroeiend meisje.
Het gele huis te huur is een bijzondere bloemlezing die in 1940 verscheen bij uitgeverij Blitz. H.J. Smeding verzamelde hierin tien verhalen van verschillende auteurs die zich allemaal laten inspireren door het schilderij Het gele huis van Carel Willink. De bundel bevat verhalen van onder anderen F. Bordewijk, Gerard Walschap en Anna Blaman, die door de samensteller werd gevraagd om bij te dragen ‘als vertegenwoordigster der jongeren’.
Het aanbod van het werk van Henriette Roland Holst-van der Schalk wordt ook flink uitgebreid. Haar biografieën van Rosa Luxemburg, Thomas More en Guido Gezelle worden toegevoegd. Daarnaast komen ook een aantal van haar eigen beschouwingen online, zoals Poëzie en maatschappelijke vernieuwing en De geestelijke ommekeer en de nieuwe taak van het socialisme.
Verder komen deze maand online De Hillige Histoarje. It Alde Testamint (Deel 1), een geïllustreerde uitgave van het Oude Testament in het Fries, verschillende toneelstukken van Katharina Lescaille verzameld in Tooneelpoëzy uit 1731 en jaargang 29 en jaargang 30 van Tijdschrift voor Taalbeheersing, met daarin bijvoorbeeld een artikel over ‘de opkomst van e-mail en de ondergang van de brief’.
Parels uit de DBNL
Liefde, strijd en wonder zijn de publiekstrekkers van de middeleeuwse ridderroman, maar ook gastvrijheid staat als thema vaak centraal. Scènes waarbij ridders op hun avonturen worden geherbergd structureren de romans, bieden ruimte voor verhaalontwikkeling en propageren een hoofse ideologie. Daarnaast leveren ze vaak ook somptueuze beschrijvingen van weelde en vermaak op.
Neem de dertiende-eeuwse Roman van Walewein. Op zijn queeste is koning Arturs neef voortdurend aangewezen op de gastvrijheid van anderen. Niemand vervult die rol glansrijker dan koning Wonder. Hij ontvangt en verzorgt Walewein en organiseert een overdadig diner. Met zichtbaar plezier schetst dichter Vostaert de taferelen: een genezend wonderbed met gouden en ivoren pilaren, lichtgevende edelstenen en gulden engeltjes die magischerwijs zingen, Waleweins nieuwe zijden kleding met hermelijn en vol mysterieuze symbolen, en een eetzaal met tafels van ivoor, goud en marmer, gouden bekers vol koele wijn en vergulde toortshouders.
Daarbovenop helpt Wonder Walewein verder op zijn queeste. Hij is namelijk de eigenaar van het zwevend schaakspel dat Walewein zoekt en belooft het Walewein in ruil voor een magisch zwaard. Na een heerlijke nacht vertrekt Walewein in een gloednieuwe wapenuitrusting op zoek naar dat zwaard.
De avonturen van Floris (die van Blancefloer) tonen aandoenlijk het belang én de schoonheid van gastvrijheid. Moedeloos en moederziel alleen komt Floris, in feite nog een kind, aan in het Midden-Oosten. Hij zoekt zijn geliefde, opgesloten in een hoge toren. Hij kreeg wel een ring van een veerman, te tonen aan diens vriend. Als die de ring ziet, ontfermt hij zich over Floris. Nooit zagen jullie een feestmaal met betere bediening en meer gerechten, drukt de verteller ons op het hart. Er was zowaar - exotisch detail - geconfijt fruit! De man bedenkt zelfs een listig plan om Floris de toren in te smokkelen. Verstopt in een mand vol bloemen zal Floris de bewaking omzeilen en Blancefloer weerzien.
Gastvrijheid overstijgt in de ridderroman ook de vijandigheid van oorlog. De veertiende-eeuwse Roman van Cassamus beschrijft hoe de stad Pheson door een Indisch leger wordt belegerd. De dappere Phesonen doen onder leiding van de oude, wijze Cassamus een blitsuitval, maar de jonge Indische generaal Casseel, zelf verliefd op de Phesoonse Edea, dringt hen terug de stadsmuren in. Wanneer de poorten achter hem sluiten, wordt hij daarbij gevangengenomen.
Cassamus ontvangt Casseel echter zeer gastvrij. Hij prijst zijn moed en kleedt hem in de mooiste gewaden. Daarna neemt Cassamus de Indiër mee naar de mooiste kamer die iemand ooit zag, gevuld met rozen en andere bloemen, met muren van goud en lazuur en vergulde tapijten op de vloer. Daar nodigt de oude man zijn ogenschijnlijke tegenstander uit om zich samen met de Phesonen te vermaken met hoofse spellen en gesprekken over de liefde. Cassamus neemt zijn rol als gastheer zo serieus dat hij Casseel zelfs koppelt aan Edea, op wie hij eigenlijk zelf verliefd was.
Zulke scènes vol zintuiglijke rijkdom dragen natuurlijk de praalzucht van een geprivilegieerde eliteklasse uit, maar tonen ook een zachtere, onbaatzuchtige zijde van het hoofse ideaal. Gastvrijheid wordt in ridderromans vaak verleend zonder dat een wederdienst wordt gevraagd. Hoe dan ook zijn deze taferelen vol gelach, behulpzaamheid en geborgenheid voor ons vooral warme plaatsen om naar weg te dromen, zeker tijdens deze koude maanden.
Jorn Hubo is doctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Gent. Daar doet hij onderzoek naar de poëtica van de veertiende-eeuwse Middelnederlandse ridderroman.
Roman van Walewein
Editie: Penninc en Pieter Vostaert, Roman van Walewein (ed. W.J.A. Jonckbloet). D. du Mortier en zoon, Leiden 1846
Editie: Penninc en Pieter Vostaert, De jeeste van Walewein en het schaakbord (ed. G.A. van Es). Uitgeversmaatschappij W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle 1957
Hervertelling: G.H. Betz, Walewein. E.J. Brill, Leiden 1890
Floris ende Blancefloer
Editie: Diederik van Assenede, Floris ende Blancefloer. In: Instituut voor Nederlandse Lexicologie (samenstelling en redactie), Cd-rom Middelnederlands. Sdu Uitgevers, Den Haag / Standaard Uitgeverij, Antwerpen 1998
Moderne vertaling: Diederik van Assenede, Floris en Blancefloer (ed. Ingrid Biesheuvel). Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 2001
Roman van Cassamus
Editie: Eelco Verwijs (ed.), Roman van Cassamus. J.B. Wolters, Groningen 1869
Moderne vertaling: ‘Het verhaal van Cassamus’ in Theo Meder (samenst.), Hoofsheid is een ernstig spel. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 1988