Feestzangen, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der maatschappij Felix Meritis

[p. 10]

Derde Zang.

Hier, Vrijheid! staan uw feestaltaren;

En wat alom, door woest geweld,

Werd neêrgeveld,

Hier hadt ge uw dienst en priesterscharen.

Hier, in deze achtbre Maatschappij,

Verhief de geest zich grootsch en vrij.

Aan orde, pligt en wet verbonden,

Bleef hier, hoe hoog de nood ook klomm',

Uw heiligdom,

Onschatbre Vrijheid! ongeschonden.

Geen boei, gesmeed door vreemd geweld,

Heeft hier de vrije borst bekneld.

[p. 11]

 

Hier kon, in 't prangen der gevaren,

 

Toen alles bukte, zonk en viel,

 

De vrije ziel

 

Haar' onverwrikten stand bewaren.

 

De God der Vrijheid schonk die kracht;

 

Door eendragt wies der zwakken magt.

 

 

 

Vrij bleef de mond en vrij 't geweten:

 

Hier mogt het zuchtend Vaderland,

 

Bedekt met schand',

 

Zich, in zijn kroost, nog roemrijk heeten.

 

Hier brak, met heldren gloed en gloor,

 

De dageraad der Vrijheid door.

 

 

 

Verlichting! zegen Gods voor de aarde!

 

Hier blonk uw luister van omhoog,

 

Voor aller oog,

 

En 't hart gevoelde uw' schat en waarde;

 

En in des Scheppers roem en lof,

 

Verhief de geest zich boven 't stof.

[p. 12]

 

Waar duisternis den weg doet missen,

 

Onwetendheid haar doornen zaait,

 

En distels maait,

 

De teelt van schrale wildernissen;

 

Daar bloeit zij nooit, de schoone plant,

 

Gekweekt in 't beter Vaderland.

 

 

 

Juicht, Broeders! 't loflied aangeheven!

 

Hier mogt die plant, voor ons gezigt,

 

Omglansd met licht,

 

Ons allen rijke vruchten geven.

 

Juicht, Broeders! heerlijk rijpt het zaad,

 

Dat door geen' tijd of lot vergaat.

 

 

 

Verlichting! Deugd en Menschenwaarde!

 

Hier praalt uw glans, en 't goede en schoon

 

Zit hier ten troon,

 

Hier, in 't gezegendst oord der aarde:

 

Triomf! lofwaarde Maatschappij!

 

Hier blonk dat Licht; hier straalt het grootsch en vrij.