Feestzangen, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der maatschappij Felix Meritis(1827)–Willem Hendrik Warnsinck– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 13] [p. 13] Vierde Zang. Vloeit nu, toonen! klinkt nu, snaren! Gloed, die aller hart ontbrandt, Blaker op de feestaltaren! Vloeit nu, toonen! klinkt nu, snaren! Barden! zingt het Vaderland! Ja, de parel van Europe, Groot in luister en waardij, Onze glorie, vreugd en hope, Ja, de parel van Europe, Dierbaar Nederland! zijt gij. Vrijheid heeft haar tempelkoren, Hier hare outers opgerigt; Broeders! doet den lofzang hooren! Vrijheid heeft haar tempelkoren Naast des Vorsten troon gesticht. [pagina 14] [p. 14] Heerlijk schiet het Licht zijn stralen, 't Licht, dat nimmer ondergaat. Broeders! ziet die glansen pralen! Heerlijk schiet het Licht zijn stralen, Dáár, waar Nassau's Zetel staat. Lof den dierbren grond der Vadren, Door Gods zegen mild bekroond! 't Heiligst vuur doorgloeit onze adren: Lof den dierbren grond der Vadren! Grond, waar Licht en Vrijheid woont. 't Loflied, dat wij dankend zingen, Tuigt van ons gelukkig lot. Hooger moet de feesttoon dringen; 't Loflied, dat wij dankend zingen, Broeders! voere ons hart tot God. U, Oneindige! Onbegonnen! U vereert ons nedrig lied: Maar de lof van duizend zonnen, U gebragt, o Onbegonnen! Meldt uw Liefde en Grootheid niet. [pagina 15] [p. 15] Hoor ons, magtig Hemelkoning! Vader! leid ons door uw hand! Kroon ons met uw gunstbetooning! Hoor ons, magtig Hemelkoning! Zegen Vorst en Vaderland! Vorige