Mijne porte-feuille(1828)–Js. M. Pfeil– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Drink-lied. wijze: Las nur der Politiker sprechen Hoe! heeft de wijn de flesch begeven, Eene andre ligt er aan de beurt, Terstond haar uit ons oog verdreven, Een leêge flesch wordt afgekeurd. En nu? - o vrienden, houdt u braaf! tweem: De wijn is eene onschatbre gaaf. tweem: Zoo Frankrijk eens geen wijn meer stuurde, Waar zou het met ons menschen heen? Wie weet hoe kort ons leven duurde, Althans wij waren nooit te vreên! Drinken wij wijn ons leven lang' tweem: De wijn stemt ons tot blij gezang! tweem: [pagina 63] [p. 63] Den dichter helpt hij liedjens zingen, Den suffer maakt hij stout van hart, Den grijsaard leert hij hupsa springen, Den droeven smoort hij al zijn smart. Een vrijer, als hij wijndorst heeft, tw: Weet naauwlijks in wat sfeer hij leeft. tw: Ja, 't vrouwtje, dat zich niet verdedigt, Maar even zoo als man-lief doet, Prompt op zijn wenk, haar glaasje ledigt, Wat is zoo'n vrouwtje hemel zoet! Nooit wenscht de man naar grooter pret, tw: Hij heeft eene Engelin in 't bed. tw: Sa! wakker dan! de wijn moet stroomen, Ja, vonklen moet hij in het glas! Maar niet hem dropplings ingenomen, Als of hij een purgeerdrank was! Foei, dien dit in zijn hersens kreeg! tw: Voor mij, 'k drink vlug mijn glaasje leêg. tw: Vorige Volgende