Mijne porte-feuille

[p. 40]

De kastanjes.

wijze: Liefhebbers van de vrolijkheid

Kastanjes! komt, de vaas ga rond!

Dat 's kost die wij begeeren,

Verheug' zich nu de lekkermond!

Hij kan zich braaf tracteeren.

Men kan er op het grootste feest,

Op elken disch mêe pralen,

Ach! ware er nooit verschil geweest,

Wie ze uit het vuur zou halen!

Maar wij, wij hebben geen verschil,

Wij kunnen hier goed banken,

Die er niet graag van hebben wil,

Hij mag er voor bedanken;

De schillen, - hoe ik daar mêe leef,

Ach! 'k wil het u wel zeggen,

Ik doe, gelijk mijn vaders neef,

Hij liet ze eenvoudig - leggen.

[p. 41]

 

Kastanjes, ja, ik prijs ze hoog,

 

Maar 'k zou haast durven zweeren,

 

Zij maken ons de keel zoo droog,

 

Wij moeten die eens smeeren.

 

Wel aan! een vollen beker wijn,

 

Met lusten ingeschonken,

 

Moog' 't merk van onze blijdschap zijn,

 

Hem daar op uitgedronken!