Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 38(1919)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Fragment eener zestiendeeuwsche Nederlandsche spraakkunst. De drukkerstermen smout, smoutwerk enz. Ben je zestig? hij is gesjochte(n). (on)sjoeg. Schoelje. Ravotten. Het aandeel van Willem en Aernout in den Reinaert I. Bijdrage tot de geschiedenis van de rijmlooze poëzie in Nederland gedurende de zeventiende eeuw. Kleine mededeelingen. Unveröffentlichtes aus der Weimarer Liederhandschrift v.j. 1537. Kleine mededeelingen. Over den Nederlandschen oorsprong der aardrijkskundige namen Skagerrak (Skagerak) en Kattegat. Aernout en Consorten. Over enkele oude straatnamen. Kleine mededeelingen. Over eenige genitiefbepalingen. Wulfila's sterfjaar. Middeleeuwsche afschrijvers en vertalers. Eenige werken van Wolff en Deken beschouwd in hun beteekenis voor de kennis van Betje Wolffs persoonlijkheid. Uit Goudsche rechtsbronnen. Kleine mededeelingen. Etymologische aanteekeningen. Kleine mededeelingen. Negerhollands molee, Afrikaans boetie, katjipiering, bibies, bottel, ou sanna, ewwa-trewwa, foolstruis. Kleine mededeelingen. Hadewijch - Hendrik Mande. Merkwaardige overeenkomst. Kleine mededeelingen. Naar aanleiding van W.v. Hildegaersberch's gedicht ‘Van mer’. Spaansche Brabander, vs. 455. Kleine mededeelingen. Den haring om de kuit braden.