De nieuwe Oost-Indische rooze-boom: zynde voorzien met de allernieuwste liederen, die heedendaags gezongen worden

[p. 80]

Kermis vryagie, tuszen Truitje en Jaap.

Stem: Als 't begint.

Jaapje sta stil,

Truitje

Jaapje sta stil,
Hoord eens wat ik u moet vertellen;
Jaapje sta stil,
Hoord eens wat ik zeggen wil,
Daar liep ons Kaatje met Krelis,
Zo mooitjes door de Kramen en stil,
Ik loof zy gingen aan den tril,
Wat dunkje?
Nou Japje sta stil.

Jaapje.

Malle Zottin,

't Is de Min,
Die de Jonkheid trekt te zaamen;
Malle Zottin,
't Is de Min,
Blyft wat staan en hoord myn zin,
Jy bent zo een aardig Meisje,
Willen wy te zaamen ook eens doen,
Gaan om een Zwiertje met Fatzoen,
Sta stil of je maakt me groen.

Truitje.

Jaapje wat praat,

Jaapje wat praat,
Ik durf het zeeker niet te waagen:
Jaapje wat praat,
Jaapje wat praat,
Sta stil 't is nu al te laat,
Myn Moertje zou zeker kyven,
Als ik by Tyds niet t'Huis en was,
De Buuren kwaamen 'er aan te pas
En Jaapje sta stil wat ras.

Jaapje.

Truitje zoet,

Onnoozele Bloed,
Wat bruid u het Oude Besje,
Truitje zoet,
Onnoozele Bloed,
Sta stil wat hebje voor spoed;
Kom Meisje ik zal je Tracteeren,
Op Wyn of Biertje al wat je lust
En stellen jou Moertje wel gerust,
Sta stil,
voldoed myn lust.

Truitje.

Aardige Jaap,

Wat benje een Knaap,
Waar zou ik met jou loopen;
Aardige Jaap,
Wat ben je een Knaap,
Sta stil jou losze Aap,
Tog willen wy eens gaan kyken,
Om Masiton

[p. 81]

 

zyn Konst te zien

 

En wat 'er vorder zal geschien,

 

Sta stil Jaapje,

 

wilt niet vlien.

 

Jaapje.

 

Zoete Meid,

 

wat ben ik Verblyd,

 

Nu gy 't Jawoord hebt gegeeven;

 

Zoete Meid,

 

Wat ben ik Verblyd,

 

Staat stil nu is het myn Tyd,

 

Wy zullen t'zaam eens Danszen,

 

Je weet wel wat ik zeggen wil,

 

Je gaat met Jaapje nou aan den tril,

 

Het Deuntje van Jaapje sta stil.