Paul Van Tieghem). Die breuk zou in de daaropvolgende decennia funeste gevolgen hebben voor de jonge discipline. De Deugd, met zijn transatlantische ervaring, trachtte het gevaar te bezweren met zijn De eenheid van het comparatisme, dat een jaar na het Utrechtse congres verscheen als deel 1 van de reeks ‘Utrechtse Publicaties in Algemene Literatuurwetenschap’ (upal). Aangezien De Deugds pleidooi voor een hogere disciplinaire eenheid, die zowel de ‘Amerikaanse’ als de ‘Franse’ benadering kon accommoderen, vervat was in het neutrale Nederlands, miste het boek de verdiende, en mogelijk heilzame, brede internationale uitwerking.
Rond dezelfde tijd stelde hij Tillich aan het Nederlands leespubliek voor als denker op het grensvlak tussen theologie en filosofie: het boekje Paul Tillich's filosofische theologie: Een beperkt commentaar verscheen in 1961, het artikel ‘De methode van correlatie tussen filosofie en theologie in Paul Tillich's filosofische theologie’ verscheen in 1962 in het Nederlands Theologisch Tijdschrift.
In het kader van zijn Utrechtse aanstelling werkte De Deugd inmiddels aan zijn promotie, die uiteindelijk in 1966 zou plaatsvinden. Het werd méér dan dat: een uniek huzarenstuk in de Nederlandse wetenschapsgeschiedenis dat De Deugd roem heeft bezorgd, maar hem ook op de afgunst van middelmatiger collega's kwam te staan. Hij bestond het, om op de namiddag van de 29ste juni 1966 achtereenvolgens maar liefst twee proefschriften in de Utrechtse senaatszaal te verdedigen, het ene comparatistisch van aard, het andere filosofisch: De Deugd had zijn dubbeltalent in de beide disciplines tot het hoogste niveau gebracht. Zijn wijsgerige proefschrift, The Significance of Spinoza's First Kind of Knowledge, behelsde een tot dan toe niet al te diepgaand behandeld aspect in Spinoza's epistemologie. Voor De Deugd zelf lag zijn belangstelling voor Spinoza in het verlengde van zijn eerdere enthousiasme voor Tillich. Hij zou nog na zijn emeritaat, in 1988, een lezing houden over ‘Paul Tillich en Spinoza’ (gepubliceerd in 1991), waarin hij trachtte de overeenkomsten tussen de beide denkers aan te tonen. Latere voorbeelden van zijn aanhoudende preoccupatie met Spinoza vinden we in het knaw-symposium dat De Deugd mede organiseerde naar aanleiding van de 350ste geboortedag in 1982, en waarvan hij de acta redigeerde (Spinoza's Political and Theological Thought, 1984).
Het andere proefschrift, dat De Deugd vanuit zijn eigenlijke universitaire aanstelling had geschreven, bewoog zich op het grensvlak, hoe kan het ook anders, tussen filosofie en literatuurgeschiedenis, en behandelt