dat ze haar moeder niet langer tot last wilde zijn. Die keuze resulteerde in een privé-praktijk van lesgeven, vertalen, schrijven voor tijdschriften, én een vroeg huwelijk. Op Miek Rutgers van der Loeff, een jeugdvriend die zij op driejarige leeftijd had leren kennen tijdens de vakanties in hun zomerhuis in het Gooi, had ze al jaren haar oog laten rusten. Bij hem en bij zijn familie wist An zich geborgen. Miek bood haar ook de kans haar kwaliteiten als schrijfster en vertaalster te ontplooien.
Eerst werkte An samen met haar moeder aan haar moeders autobiografie Het oude huis en wij, maar na de benauwende oorlogsjaren wist zij een regeringsopdracht te verwerven voor een culturele missie naar Zweden. Het land waar haar moeder zo gelukkig was geweest, het land van de vrijheid, dat geen oorlog had gekend. Dat bezoek werd aanleiding voor een ‘aardrijkskundig, historisch, cultureel, sociologisch, economisch en politiek portret’ van Zweden. Zweden, droom en werkelijkheid is een romantisch reisverhaal waarin feiten en fictie gecombineerd werden. Die techniek zou zij later nog een aantal keren toepassen, onder andere in Amerika, pioniers en hun kleinzoons en Gideons reizen.
De doorbraak als schrijfster beleefde An pas op negenendertigjarige leeftijd, toen zij in opdracht van Han Brinkman, de toenmalige directeur van uitgeverij Ploegsma, De kinderkaravaan schreef, over een trekkerstocht in 1844. Uitgangspunt voor dat boek was een knipsel uit een Zwitserse krant, aangevuld met reisverslagen en documentatie van de trekkers. Die grondige voorbereiding - als het nodig was ging zij ervoor op reis - is typerend voor An Rutgers van der Loeff. Zij bedacht haar onderwerpen niet zelf - ‘ik heb niet zo'n sprudelend fantasiefonteintje’ - maar ze kreeg de ideeën daarvoor aangedragen door anderen: haar uitgever, vrienden of familie. In zo'n onderwerp verdiepte ze zich dan door middel van documenten, studie, reizen of vraaggesprekken, waarna het schrijven tamelijk snel ging, omdat ze alles als een film voor zich zag.
Het echtpaar Rutgers van der Loeff kreeg vier kinderen, hetgeen zowel in als na de oorlog veel eiste van Ans organisatietalent. Huishoudelijke hulp was moeilijk te krijgen, een wasmachine was nog luxe en de jaarlijkse schoonmaak een onontkoombare verplichting. Van vaatwasmachines, droogtrommels en kinderdagverblijven had men nog geen weet. Toch slaagde An erin haar leven zo in te richten dat er voldoende tijd overbleef voor onderzoek en studie, voor schrijven, lezingen en reizen.
Het werk van An Rutgers van der Loeff kenmerkt zich door een grote