mens in het natuurlijk verband waartoe hij behoort: de maatschappij. Naast de abstract-theoretische of zuivere economie staat de positieve, die zich richt op ‘het kennen en verklaren van de economische verschijnselen in de reële maatschappij, zoals die zich voordoen onder de inwerking van de krachten die aan de maatschappij vorm en inhoud geven: de ethische, historische, nationale, volkstyperende factoren’. Inzake methodologie was hij een overtuigd pluralist en hij erkende graag dat het correct gebruik van de wiskundige methode in belangrijke mate tot de ontwikkeling van het economische denken heeft bijgedragen.
Die opvattingen betekenden voor de academische wereld van Vlaanderen in de jaren dertig, begin jaren veertig een nieuwe kijk op de economische wetenschap, die tot dan in hoofdzaak een institutioneel-historisch en normatief karakter had gehad. Professor Eyskens was in Vlaanderen onbetwistbaar de grondlegger van het theoretische en positieve, streng wetenschappelijke denken over economische verschijnselen.
Betreffende het wenselijk economisch stelsel en de door de overheid te volgen economische politiek was hij van oordeel dat het doel de bevordering van de volkswelvaart moest zijn. In dit verband komt grote betekenis toe aan de omvang, het groeiritme en de verdeling van het inkomen, alsmede aan de werkgelegenheid. De grondslag van het economisch stelsel is de markteconomie, aangevuld en voor de marktfeilen gecorrigeerd door de overheid. Monetaire stabiliteit en overheidstucht inzake openbare financiën (uitgaven, schuld en belastingen) zijn belangrijke factoren voor de volkswelvaart. Voor een goede economische politiek hechtte hij veel betekenis aan een met behulp van economische kennis verkregen systematische voorbereiding. Een geleide planeconomie wees hij echter resoluut van de hand.
De universiteit van Keulen, Columbia University te New York en Hebrew University te Jeruzalem verleenden aan Gaston Eyskens een eredoctoraat. Voorts werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.
Eyskens vervulde een hoofdrol bij de oplossing van haast alle belangrijke politieke problemen die zich tussen 1945 en 1973 in België voordeden. In chronologische volgorde betreft het: de muntsanering en vooral het fiscale luik, het herstel van de oorlogsschade en de wederopbouw van het land, de introductie van de gemengde economie, met als grondslag de gecorrigeerde markteconomie, Benelux, de participatie in de nieuwe, inter-