‘Opvoeden tot voorstellings-rijkdom is een kunst, die bij grote liefde voor het echte en ware ook grote ontvankelijkheid voor het begrip van het mogelijk vordert. Nolet munt uit in deze combinatie. Hij is er zelfs uniek in, gelijk schaakspelers uniek kunnen zijn in een samenstel van bekwaamheden, dat hen doet schitteren. Maar bij de priester bezitten die bekwaamheden dieper achtergrond. Het ware te beminnen met heel zijn ziel en tevens het mogelijke te blijven eerbiedigen met al zijn oprechtheid, is ongewoon. Doorgaans drijft waarheidsliefde tot eenzijdigheid, die dan weer geslotenheid en onbegrip jegens anderen als nadeel met zich meebrengt. De pachtbrief van tijdelijke waarheidsbezitters neemt gemakkelijk de kleur aan van een bloedplakkaat, vooral, wanneer zij in het opbrengen der grondlasten bovendien opvallend traag zijn. Op deze wijze heeft pastoor Nolet zijn taak nooit opgevat en wanneer het Evangelie in zijn parabels de helpers van de Heer gaarne bij arbeiders in de landbouw vergelijkt, dan is deze priester er een, voor wie de verzorging van wijngaard en korenveld zo min onkunde over de kweek als onachtzaamheid jegens ander veldgewas toeliet. Hij heeft altijd heel goed geweten wat hij deed, en heel goed geweten, waarom hij dit deed. Derhalve mocht hij soms dingen doen, die een ander niet zou hebben ondernomen of anders hadde aangepakt. Maar juist omdat hij de bijzondere roeping en de bijzondere geschiktheid had om ze te doen, deed hij ze verbazend goed en het is mede aan dit soort verbazende werkdadigheid te danken, dat de titel van Rooms priester hier te lande veel welluidender ging klinken in de kringen der beschaafdste andersdenkenden dan hij te voren deed’ (Anton van Duinkerken: ‘Van week tot week’ in De Tijd van 13 augustus 1949).
Zes jaar later gaf ook L.J. Rogier zijn visie op de betekenis van Willem Nolet in nationaal verband: ‘ ‘Hoe minder clericus, hoe beter priester,’ heb ik een Duits prelaat eens horen zeggen en ik dacht toen: ‘Zou hij Nolet kennen?’ Om deze te typeren is echter nóg een trek nodig: de verwijzing naar zijn cultuurapostolaat. Hij oefent het uit naar binnen via het Thijmgenootschap, St. Adelbert, Leonard Marius e.a. organisaties. Meer relief verdient misschien nog zijn optreden naar buiten, dat baanbrekende, beslissende betekenis heeft gehad voor heel het vaderland.
Willem Nolet is altijd van vele markten thuis geweest... open naar de wereld en kritisch tegenover het toen nog al te zeer gangbare isolationisme ad absurdum. ... Met Fruin, Japikse, Sam Muller Fzn. e.a. heeft Nolet behoord tot de inrichters van de archiefexamens. ... Vrijwel alle Nederlandse archivarissen heeft hij eens onder het mes gehad.