| |
| |
| |
Anne de Vries
(Assen, 22 mei 1904-Zeist, 29 november 1964)
Als Anne de Vries op zondag 29 november 1964 plotseling van zijn aardse taak wordt ontheven, is er op diezelfde dag in vele landen en meer dan een werelddeel in tienduizenden huiskamers uit zijn kinderbijbels gelezen en hebben talloze kleuters op vaders knie of moeders schoot in de ban van zijn vertellingen geluisterd naar de eeuwenoude verhalen uit het Oude Testament en de vertellingen rondom de grote kindervriend Jezus van Nazareth.
Het zijn vooral deze vertelboeken (zowel voor kleuters als voor oudere kinderen), in vele talen overgezet, waardoor de naam van Anne de Vries gevestigd werd, al was zijn roman Bartje, het Drentse jongetje dat evenals destijds Merijntje Gijzen stormenderhand Nederland veroverde, zijn eerste grote succes.
Het was in het begin van de dertiger jaren dat ik voor het eerst kennis maakte met het werk van deze toen nog vrij jonge auteur, toen hij mij een bijdrage zond voor een door mij geredigeerd Kerstboek. Het was getiteld De voetstapjes, een kort verhaal dat later een voorlopertje zou blijken te zijn van Bartje. Hij had toen al het schoolboekje Evert in turfland geschreven en wilde wel eens proberen of hij ook voor‘ grote mensen’ kon schrijven. Voorzichtige Drent die hij was, koos hij een schuilnaam: A. Nassau. Toen alles goed afliep dorst hij ook onder eigen naam voor het grote-mensenpubliek te schrijven. De publicatie van zijn Bartje was het grote keerpunt.
Later vertelde hij: ‘Ik werd op de verjaardag van mijn moeder geboren en het was bovendien op Pinksterzondag. Ik zou een gelukskind zijn en heb het geluk altijd meegehad. Mijn jeugd bracht ik door op een oude boerderij die eenzaam in het veld lag bij Assen. Veel vrienden had ik daar niet, ik was meestal alleen in de natuur en kende alle vogels, bloemen en vissen, al wist ik de namen niet. Broers had ik niet, wel zeven zusjes, zodat ik al vroeg wist dat een meisje geen engel is. Mijn lieve moeder was mijn beste kameraad, die mij altijd heeft begrepen. Zij was de zon van mijn gelukkige jeugd.’
Twaalf jaar is Anne als zijn vader hem als knechtje bij een tuinder besteedt. Ondanks zijn liefde voor de natuur valt dit werk hem tegen. Zijn hart gaat uit naar lezen en studeren. Hij wordt letterzettersmaatje op de drukkerij van de Drentse Courant, dezelfde waar een kwarteeuw vroeger
| |
| |
Jan Fabricius jongmaatje was geweest. Hij wordt ziek van de loodlucht en probeert het opnieuw bij een tuinder. Dan grijpt de bovenmeester in, die zorgt dat Anne de Normaalschool in Assen kan bezoeken. Na vier jaar staat hij als negentienjarige voor de klas in 2e Exloërmond, later in Zeist bij een blindeninstituut, gevolgd door Ermelo op een school voor achterlijke kinderen, totdat hij terugkeert naar de blindenschool in Zeist.
Inmiddels is hij gaan schrijven. Dat zat hem als jongen al in het bloed. Zijn berichtjes (al of niet verzonnen) werden door de Asser Courant met twee kwartjes betaald. Dat was geld voor boeken. Op de Normaalschool schreef hij een kerstverhaal, wat hem een rijksdaalder opleverde.
Op 7 augustus 1930 trouwde hij met Alida Gerdina van Wermeskerken. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren.
Zijn eerste boekjes schreef hij in Zeist, ‘uit heimwee naar mijn goede Drentse geboortegrond. Toen schreef ik Bartje, nadat ik mij in enkele novellen had geoefend in de ‘grote-mensen-stijl’. Na een jaar kon ik de school vaarwel zeggen en van mijn pen leven.’
Het klinkt wat simpel, maar men moet zich de situatie voorstellen van de eenvoudige Drentse jongen die, plotseling terecht gekomen in de maalstroom van de publiciteit, te doen krijgt met een altijd hongerige uitgeverswereld, met talloze aanvragen voor het houden van lezingen over eigen werk, en met een steeds maar doordraaiende pers. Want Bartje is al spoedig een begrip geworden.
In een kort levensbericht door hem nagelaten, waaruit ik al iets citeerde, zegt hij: ‘Bartje is geen autobiografie van mijn jeugd, alleen van de gevoelens uit mijn jeugd, en het resultaat van studie en ervaring als schoolmeester. Bartje wil een schreeuw zijn om eerlijkheid in de opvoeding, om oprechtheid en belangeloosheid tegenover het kind, dat in ons zo graag een kameraad wil zien en zich telkens weer door ons bedrogen ziet. Het boek wil laten zien hoe daardoor bij het kind zich wel dezelfde ondeugden moeten ontwikkelen, dezelfde listen en achterbaksheden, waar wij als grote mensen altijd mee te strijden hebben. Het boek Bartje vraagt: wat moet er van onze jeugd terecht komen? Bartje II geeft daarop het antwoord en zegt: en tóch komt het terecht, als het kind door al onze zonden heen ook onze liefde heeft gezien. - Bartje is geen specifiek Drents boek. Drente is niet meer dan de noodzakelijke achtergrond. Hilde is mijn Drentse boek en m.i. mijn beste boek. Mijn hoogste wens is, nog eens een beter boek te schrijven’. Aldus Anne de Vries in 1948, toen hij nog in Hooghalen woonde. In 1949 verliet hij Drente opnieuw om zich
| |
| |
voorgoed in Zeist te vestigen. Tijdens de oorlogsjaren nog in Drente wonend dankte hij na het voorthelpen van Amerikaanse vliegers, zijn leven aan een Duitse officier die in zijn landstaal Hilde had gelezen.
Na de oorlog schreef Anne de Vries een reeks boeken voor volwassenen en voor kinderen over de ‘Duitse tijd’. Het stond toen al wel vast dat hij geen uitgesproken romanschrijver zou worden. De ‘Roman van een baby’ bleef, dank zij zelfkritiek, rusten in een damesblad. Voor de levensroman van de verzetsstrijder Johannes Post had hij nog weinig afstand kunnen nemen. De ring van de profeet, geschreven in samenwerking met de toneelschrijver Jan Fabricius, is een ontspanningsverhaal. Wij leven maar eens zou een trilogie worden, doch is bij het eerste deel gebleven. In De man in de jachthut, zijn laatste roman, heeft hij, kennelijk met plezier, zijn jachtbelevenissen willen vastleggen.
Zijn eigenlijke terrein was het kinderboek. Daar vond hij de grootste voldoening. Anne de Vries stelde voor zich zelf hoge eisen aan het vakmanschap. Hij was niet de auteur die ‘maar’ voor kinderen schreef. Integendeel - op elk verhaal, hoe klein ook en hoe schijnbaar moeiteloos geschreven, zwoegde hij om het te ontdoen van elk overbodig woord, op zijn hoede voor het gevaar van valse romantiek.
Naast zijn bijbelse geschiedenissen en jeugdboeken heeft hij een groot aantal schoolboeken geschreven, waarvan de hierachter volgende bibliografie getuigt. In 1952 kreeg hij van de regering van Suriname de opdracht een reeks boekjes te schrijven voor het leesonderwijs op de scholen in dat land. Hij riep daarvoor de hulp in van de onderwijzers van het land die hem de stof moesten verschaffen, omdat hij er van overtuigd was dat deze boekjes vóór alles de sfeer van het land en het volk nodig hadden.
Vermeld dient nog te worden dat Anne de Vries ook onder meer dan een pseudoniem publiceerde. Ik noemde reeds de naam A. Nassau. (Hij woonde in het zwarte hoes naast de villa Huize Nassau). Zijn moeder heette Anna Mast. De naam Van de Heide spreekt voor zich zelf. Daan Deken spelde hij uit zijn eigen naam en die van zijn vrouw: Alida Anne De Vries Van Wermeskerken. Bijna al deze pseudoniemen werden gebruikt voor boekjes die bestemd waren voor de Openbare School. De reden ligt voor de hand; het kon vroeger de naam van een schrijver van uitgaven voor de christelijke school schaden wanneer hij ook voor de O.L.S. schreef. Die tijd is gelukkig voorbij.
De laatste jaren van zijn leven was hij voorzitter van de vakgroep Letteren van de Bond van Christelijke Kunstenaars. In deze vakgroep,
| |
| |
waarin veel jeugdboekenauteurs zijn verenigd, heeft hij zich als mens en collega de vriendschap en achting van velen verworven. Door zijn bezielende woorden werden de auteurs van jeugdboeken gestimuleerd het niet in de kwantiteit doch in de kwaliteit te zoeken. Het was voor hem een vreugde dat het Nederlandse protestantse jeugdboek zeer goed staat aangeschreven in het buitenland.
Dat zijn laatste boek Kinderen in de Bijbel moest zijn was tekenend voor zijn gehele oeuvre. Op zondag geboren;, op zondag gestorven. Anne de Vries noemde zich zelf een gelukskind, maar dat had niets met bijgeloof te maken. Als mens en als kunstenaar putte hij kracht uit het christelijk geloof.
P.J. RISSEEUW
| |
Samenvattend overzicht van het werk van Anne de Vries
I. Romans (en toneelwerk).
1935 | Bartje. Nijkerk; vert. Berlijn 1937, Kopenhagen 1937, Stockholm 1937, Helsinki 1938, Oslo 1948, Praag 1948, Konstanz 1952, Budapest 1956, Konstanz 1961. |
1937 | De roman van een baby. Feuilleton in Moeder, jg. 1937. |
1938 | Hilde. Nijkerk; vert. Stockholm 1939, Kopenhagen 1940; Leipzig 1940, Oslo 1943, Helsinki 1944, Parijs 1945, Bamberg 1945, Konstanz 1952, Buenos Aires 1956. |
1940 | Bartje zoekt het geluk. Nijkerk; vert. Stockholm 1940, Kopenhagen 1941, Leipzig 1941, Bamberg 1949, Konstanz 1952, Oslo 1949. |
1948 | De levensroman van Johannes Post. Kampen. Voordien als feuilleton in ‘Ons Vrije Nederland’. |
1951 | Wij leven maar eens. Nijkerk; vert. Kopenhagen 1953. |
1952 | De ring van de profeet. Roman door Jan Fabricius, in samenwerking met Anne de Vries. Nijkerk. |
1954 | Hilde. Toneelstuk in drie bedrijven door Jan Ubink. Met medewerking van Anne de Vries. Nijkerk. |
1960 | De man in de jachthut. Nijkerk; vert. Konstanz. 1962. |
| |
II. Novellen, verhalen en schetsen
1931 | Blinde Kinderen. In Paedagogisch Tijdschrift. |
1932 | Dirk. in id. De Paus. in id. |
1932 | Keessie, Huisbezoek en Wat moeten we ermee? In Valcooch. |
1933 | Ouden van dagen. In Het is bij den avond, Baarn; later in Verhalen uit het land van Bartje, Nijkerk 1936. |
1933 | Nevelhekse. In De Rotterdammer. |
1933 | En nergens op de wereld. Nijkerk. |
1933 | Bartje. In Kleuters die langs ons gaan, Baarn; later gebruikt als begin van de roman. |
1933 | Herinnering. In De Rotterdammer, en in Verhalen ... Bartje, Nijkerk 1936. |
1934 | Examen. In Timotheus. |
| |
| |
1934 | Oudejaarsnachtlegende. In Verhalen... Bartje, Nijkerk 1936 en in Verhalen voor de Kersttijd, Nijkerk 1949, 2de druk 1954. |
1934 | Ongewoon aanzoek. In De Rotterdammer en in Verhalen... Bartje, 1936. |
1935 | Als de dieren spreken. In Avrobode, kerstnummer en in: Verhalen... Bartje 1936, en Verhalen... Kersttijd, Nijkerk 1949, '54; vert. in Ihnen ist erschienen, Konstanz 1955. |
1936 | Het heilig verbond. In Verhalen... Bartje, Nijkerk 1936. |
1936 | De verloren zoon. In Blijde Lichten, Nijkerk. Als De vader heeft ons lief in Verhalen ... Kersttijd, 1949 en '54; vert. Konstanz 1955 en '57 en '61; Bandung-Djakarta 19... |
1938 | Tussen geld en liefde. In Groot Nederlands Boerenboek, Nijkerk. |
1939 | Er waren twee boerenkinderen. In Verzeild Bestek, Kampen. |
1939 | Vrede op aarde. In Licht der wereld, Nijkerk, en in: Verhalen... Kersttijd, Nijkerk 1949 en '54. |
1943 | De keuterboer. In Helden van de dag II, sinds 4de druk, Groningen. |
1946 | Dropping. In Den vijand wederstaan (bundel novellen als voorloper van het gedenkboek LO-LKP), Kampen. |
1948 | Geboorte. In Ontmoeting. |
1949 | Voorjaarsdag. In De Spiegel. |
1949 | De Kerstgeschiedenis. Bewerkt naar Groot Vertelboek voor de Bijbelse Geschiedenis. In Verhalen... Kersttijd, 1949 en '54. |
1949 | Kerstfeest in Oorlogstijd. In id. 1949. |
1949 | De inbreker. In id. 1949. |
1949 | Jacht op de stroper. In id. 1949 en '54; vert. Konstanz 1955. |
1949 | Het oude werk. In id.; vert. id. |
1949 | De aanrijding. In id.; vert. id. Apart verschenen Nijkerk 1948. |
1954 | Het raadsel der liefde. In id. 2de druk; vert. Konstanz 1955. |
1954 | Liefde tot alle mensen. In id.; vert. id. |
1964 | Kinderen in de bijbel (Zeven karakterschetsen). Kampen; vert. Konstanz 1964. |
| |
III. Bijbelse vertellingen
1938 | Groot Vertelboek voor de Bijbelse Geschiedenis. Deel I. Kampen. |
1939 | id. Deel II. Kampen; vert. Djakarta 1955 en 1958, Konstanz 1957, Kaapstad 1960, Buenos Aires 1961, Rio de Janeiro 1964. |
1939-'50 | Serie kleine bijbelboekjes voor de kleuters. Kampen; vert. Kampen 1956, Vevey-Valence-Gand 1954, Konstanz 1959, 1960, 1962, 1963, Edinburgh en Londen 1961, Lausanne 1961, Stockholm 1962. |
1946 | Kind en Bijbel. (Serie van acht boekjes). Nijkerk; vert. Djakarta en Bandung 1955, 1956, 1958, 1959, Kaapstad en Pretoria, 1961. |
1948 | Kleutervertelboek voor de bijbelse geschiedenis. Kampen; vert. Konstanz 1955, Kaapstad 1955, Oslo 1959, Konstanz 1959, Kopenhagen 1960, Kingston (Ontario) 1961, Saint Louis 1962, Paramaribo 1961, Örebro 1961, Stuttgart 1961, Alcoy 1963, Gujranwala 1963. |
1949 | Honderd vertellingen uit de Bijbel. I. Oude Testament; II. Nieuwe Testament. Den Haag. |
1959 | Kinderkleurbijbel. N.T. Kampen en Amsterdam; vert. Konstanz 1960, Kampen en Amsterdam 1961. |
1961 | id. O.T.I. Kampen en Amsterdam. |
1961 | De tien geboden. Voor kinderen verklaard door Anne de Vries. Amsterdam; vert. Konstanz 1961. |
1961 | Het Onze Vader. id. id. vert. id. |
| |
| |
1962 | Kinderkleurbijbel. O.T. Kampen en Amsterdam. |
| |
IV. Kinder- en jeugdboeken.
1930 | Evert in turfland. 2 dln. Groningen. |
1930 | De witte pet. Groningen. |
1930 | Toch een flinke jongen. In 2 dln. Groningen. |
1930 | Het droevig avontuur van Formosa. Met P.H. Muller. Groningen. |
1931 | De avonturen van een Russische bijbel. In De Nieuwe Tijd. Groningen. Als boekje apart: Nijkerk. |
1932 | De stroper. In Houzee. Kampen. Als boekje apart: Nijkerk; vert. Konstanz 1960. |
1933 | Een vreemde avond. Groningen. |
1934 | Jongens van de straat. Den Haag. 2de en volgende drukken: Ratje, een jongen van de straat; vert. Konstanz 1955, 1956, 1961, Kaapstad 1963. |
1934 | Bertus en Bruno. In Nieuw Nederlands Leesboek. Groningen. Als boekje apart Nijkerk 19..; vert. Silverton, Transvaal 19... |
1934 | Op de grote heide. In Als alle lichten branden. Nijkerk. Als boekje apart Nijkerk 19... |
1935 | Arm en toch rijk. Amsterdam. |
1936 | Met z'n vieren (Vier kinderverhalen). Nijkerk. |
1936 | Overal veilig. Id. |
1936 | Oranjebloesem. Uitgave ter gelegenheid van het vorstelijk huwelijk. Kampen. |
1937 | De grote veenbrand. Nijkerk. |
1938-'52 | Jaap en Gerdientje. 10 deeltjes. Den Haag. |
1947 | Mientje, ons moedertje. Nijkerk. |
1949 | Vader en Jaap. Nijkerk. |
1950 | Het boek van Jan Willem. Zeist. |
1950 | Het overstapje (1ste dr.). |
1950 | Het boek van Jeroen (volgende dr.) bewerking voor R.K. scholen door Zuster M. Veronice. Zeist. |
1951-'58 | Reis door de nacht. Nijkerk; vert. Konstanz 1960, Berlijn 1961. |
1960 | Reis door de nacht (4 delen in één band). Nijkerk; vert. Kaapstad 1962. |
1954 | Dagoe, de kleine bosneger. Nijkerk; vert. Konstanz 1956, Stockholm 1963. |
1954 | Jopie wil het winnen. Nijkerk. |
1954-'55 | Jaapje en Gerrie. Den Haag. |
1955 | Het kleine negermeisje. Nijkerk; vert. Konstanz 1957. |
1955-'57 | Kinderen van het oerwoud. Nijkerk; vert. Konstanz 1956, '58, '59, Lausanne 1960, Kopenhagen 1963. |
1957 | Anne de Vries vertelt. (Vijfentwintig kleuterverhalen) Den Haag; vert. Konstanz 1958. |
1958 | Panokko (drie delen Kinderen van het oerwoud in één band) Nijkerk. |
1961 | Oranje in zilver. (ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksjubileum van het koninklijk gezin). Nijkerk. |
1964 | Twee meisjes in de tropen. (Jaap en Gerdientje 7 en 9). Den Haag. |
1964 | Het boek van Jan Willem. (Jan Willem 1 t/m 4). Nijkerk. Vert. Konstanz 1965. |
1965 | Avonturen van een boerenjongen. (Jaap en Gerdientje 8 en 10). Den Haag. |
| |
V. Schoolboeken
a. Leesmethoden
1947-'48 | Lezen in de eerste klas (Met Wietske Crans). Zeist. 8 deeltjes. |
| |
| |
1961-'62 | id., Nieuwe Serie. |
1950 | Lees nu maar. Bewerking voor R.K. scholen door Zuster M. Veronice. Zeist. |
1953-'55 | Ons eigen leesboek. (Onder redactie van een Surinaamse commissie). Zeist. 8 deeltjes. |
| |
b. Taalmethoden
1941-'45 | Ons mooie Nederlands (Met J. Nauta). Den Haag. 12 deeltjes. |
1942-'48 | Ons mooie Nederlands (taalserie Mulo). (Medewerking aan de eerste vier van de acht deeltjes. Met Joh. Tigchelaar). Den Haag. |
| |
c. Bloemlezingen
1934 | Nieuw Nederlands Leesboek. (Met L. van Klinken en D. Wouters). Groningen. Acht deeltjes. |
1946-'48 | Ons mooie Nederlands (leesserie). Begonnen met J. Nauta; na diens dood in 1942 alleen voortgezet; Den Haag. 12 deeltjes. |
1948 | Ons mooie Nederlands (leesserie Ulo). (Met Joh. Tigchelaar). Den Haag 4 deeltjes. |
1957 | Op vleugels der verbeelding. Groningen. 5 deeltjes. |
1957-'58 | Wij en de Wereld. (Met medewerking van Surinaamse leerkrachten en goedgekeurd door een Surinaamse redactiecommissie). Zeist. 10 deeltjes. |
| |
d. Diversen
1931 | Nederlandse Volkskunde (met Paul van Ipenburg, Diet Kramer, drs. P.J. Meertens, dr. J. Waterink, Daan Deken, D. Wouters e.a.) Groningen. 9 deeltjes. |
1937 | Toen en Nu. (Met W.G. van de Hulst en Joh. van Hulzen) Schetsen uit de algemene geschiedenis. Groningen. 2 delen. |
1948 | In volle wapenrusting. (Met Joh. van Hulzen en L. Keemink) Schetsen uit de geschiedenis der Kerk. Groningen. 2 delen. |
1956-'57 | Eerbied voor het leven. (Met A.M. Koppejan). Een serie boekjes voor methodisch verkeersonderwijs in alle leerjaren der lagere school. Zeist. 6 deeltjes en 5 werkboekjes. |
1960 | Oefeningen voor het schoolverkeersexamen 1961. Zeist. |
1961 | id. 1962. (En zo voort.) Zeist. |
| |
VI. Verschillende artikelen, beschouwingen enz., o.a. in Valcooch, in Paedagogisch Tijdschrift, in Den Vijand wederstaan, in Het grote gebod (Gedenkboek van het verzet in LO en LKP), 2de deel. Als pocketboek verscheen:
1962 | De illegale werker. Kampen. |
| |
VII. Vertaalwerk
1965 | Het Nieuwe Testament in de taal van onze tijd. Door Anne de Vries, in samenwerking met drs. Henk de Vries en prof. Dr. P.A. van Stempvoort. Deel I: De evangeliën en de handelingen van de apostelen. Kampen. |
| |
VIII. Onder pseudoniem verschenen werk
A. Nassau: 1931 De voetstapjes, 1932 Gods stem; Nijkerk. A. van de Heide:
1931 | Heidejongens, Het huisje aan de plas, 1932 Bartje; Groningen. H. Mast: |
1932 | Van Dikkie, Daan en Dorus; Gron. Daan Deken: 1931 De historie der vier heemskinderen en het ros Beyaart, Jan en Jaapje, 1932 Moeder Nelleke, |
1934 | Lezen (globaalmethode voor het eerste leesonderwijs op de o.l.s.), 1938-'46 Bloeimaand (met J.B. Ubink en P.C.J. Reyne; bloemlezing voor de o.l.s.); Groningen. |
|
|