Schetsen uit de Oude, de middeleeuwsche, de nieuwe en de nieuwste geschiedenis, die hij in samenwerking met J. Kleyntjens S.J. uitgaf. Van beiden verscheen op dit gebied ook in 1921 Napoleon Imperator (Bussum, N.V. Uitgevers-Mij. v.h. Paul Brand).
Knippenberg was een meester in het populariseren van de kennis die zijn lectuur hem had opgeleverd. En die kennis was op bepaalde terreinen bijna onbeperkt. Volksgebruiken en volksgeloof, allerlei vormen van volksspelen, heiligenverering, streeknamen en plaatsnamen, familienamen, spreekwoorden en zegswijzen, volksfeesten vooral in Limburg en Brabant, hij wist er vrijwel alles van of hij had er altijd wel iets over, zodat men nooit vergeefs bij hem aanklopte om inlichtingen.
Van deze belezenheid en dit fabelachtige geheugen profiteerden dan ook plaatselijke, gewestelijke en landelijke bladen en tijdschriften. Behalve de reeds genoemde: Helmondsche Courant, Centrum, De Tijd, De Maasbode, Meijerijsche Courant, Sint Jansklokken, Bisdomblad van het bisdom 's-Hertogenbosch, Boekenschouw, De Nieuwe Eeuw, Studiën, De Nedermaas, De Bronk (Limburgs Maandblad), Neophilologus, Tijdschrift voor Taal en Letteren, De Nieuwe Taalgids, Eigen Volk, Brabants Heem, Volkskunde.
In de lijst zijner publicaties, door hem zorgvuldig bijgehouden tot zijn dood, zijn alleen de jaren 1941 tot 1944 wit. In die jaren hield hij zich bezig met de vertaling van een boek van prof. Dr. W. Kosch, dat in 1945 te Helmond verscheen: Pruisen voor den rechterstoel der Geschiedenis. Twee eeuwen van Pruisische veroveringspolitiek in Duitsland, Oostenrijk en Europa. In datzelfde jaar publiceerde hij ook: Van Moerdijk tot Peelland. Zoeklicht over Brabant (Helmond, 1945) en: Kultuur tusschen puin in Noord-Brabant en Limburg (Eindhoven, 1945).
Een schat van gegevens, voor literaire vorsers van belang, ligt opgestapeld in de levensschetsen van Limburgse letterkundigen die hij jarenlang in De Bronk deed verschijnen. Wie bijvoorbeeld iets wil weten over J.D. Dautzenberg, Alphons Laudy, Chrétien Mertz, Emile Seipgens, M. Molenaar m.s.c., P. Kemp, Paul Haimon, Mr. Frans Erens, Felix Rutten, J. Schreurs, mag aan deze schetsen niet: voorbijgaan.
Toch geloof ik dat de grootste verdiensten van Knippenberg liggen op het terrein waarop hij thuis was als geen ander van zijn generatie, namelijk de heemkunde en de folklore. Reeds vroeg getuigde daarvan een boekje in de trant der regionale literatuur over het leven van de Limburgse boer: Melters van Dennenhof (1922). In de jaren 1923 tot 1930 zagen achtereenvolgens het licht verzamelingen van Limburgse, Brabantse